Toch vielen me wel steeds vaker eigenaardigheden op. Bij mijn opa en oma thuis hing altijd een vreemde, beklemmende en donkere sfeer. Nadat mijn opa overleed, is mijn oma gaan zwerven. Ze verhuisde zo ongeveer elk jaar. Samen met een van mijn twee tantes, die nooit het huis is uitgegaan, pas toen ook mijn oma overleed, toen moest ze wel zelfstandig gaan wonen. Kort daarna overleed zij. Contact was kil. Constante onrust, ook bij mijn vader. Zijn andere zus heb ik maar 1 keer gezien. Een warrige vrouw, die zichzelf en haar omgeving zwaar verwaarloosde. 

Ik ben geboren in Den Haag, voor studies verhuisde ik eerst naar Amsterdam en daarna naar Utrecht. In 1989 kwam ik naar het voor mij totaal onbekende Amersfoort, voor mijn allereerste baan. Zo’n 10 jaar later, na de geboorte van mijn dochter, meldde mijn vader terloops dat zijn gezin tijdens de oorlog dus ook in Amersfoort woonde. Nooit geweten! Ik heb hun huis opgezocht. Het huis waar mijn opa is opgehaald en waar hij volslagen gebroken terugkwam. Wat hij heeft meegemaakt: niemand zal het ooit weten. 

Vorig jaar werd ik benaderd door iemand van de Oudheidkundige Vereniging Flehite die bezig was met de jodenvervolging in Amersfoort. Hij was de naam van mijn opa in documenten tegen gekomen, en wilde graag meer over hem weten. Ik moest hem zwaar teleurstellen: ik kon hem niet van informatie voorzien. Sterker nog: hij kon mij nu al vele malen meer over mijn opa vertellen dan ikzelf ooit heb geweten. Niet alleen woonde hij dus net als ik ook in Amersfoort, ook hij werkte voor de oorlog voor de gemeente. Vanwege zijn joodszijn werd hij ontslagen. Dat moet een hard, zeer hard gelag zijn geweest. Ik probeer het me voor te stellen: dat de burgemeester mij uit mijn functie als raadslid zet, dat ik niet meer welkom ben op het stadhuis, in de raadszaal, alleen vanwege het feit dat ik joods bloed heb. Niet voor te stellen, mijn opa overkwam het. 

Hoewel er thuis dus nooit over ‘de oorlog’ is gesproken, gaat je familiegeschiedenis ongemerkt onder je huid zitten. Mijn rechtvaardigheidsgevoel is torenhoog. Onrecht - op welk niveau en op welke manier dan ook - doet mijn bloed koken. Lang voor de verschikkingen die nu plaatsvinden in Gaza, kreeg ik al regelmatig de vraag van kritische vrienden of mijn opa een zionist was. Geen idee, ik ga ervan uit van niet. Hij is tot zijn overlijden in Nederland blijven wonen, al heeft hij nooit meer voor de gemeente Amersfoort gewerkt en zijn zij nadat hij terugkwam zo snel mogelijk uit Amersfoort vertrokken. Andere familieleden hebben Nederland wel verlaten en ik begrijp dat. Sommigen vertrokken naar Amerika - of waren daar al net op tijd naartoe gevlucht - en anderen naar Israel. 

Mijn houding ten opzichte van Israel is altijd dubbel geweest. Ik snap de behoefte aan een ‘eigen’ land maar al te goed. Ik heb meer dan een willekeurig ander meegekregen hoe fragiel het er is in dat piepkleine landje. Hoe broodnodig de zelfverdediging is en hoe ook daar de bommen regenen. Tegelijkertijd heb ik - vanzelfsprekend - ook altijd oog gehad voor het leed dat het stichten van Israel voor anderen heeft betekend. Na 7 oktober gaat het er in ‘mijn bubbel’ voornamelijk over hoe wreed de Israëlische regering te werk gaat. Peace Now, ja. 

Wie er ook maar 1 seconde aan twijfelt dat ik niet zie hoe gruwelijk het is wat er in Gaza gebeurt, kent mij niet. Wie mij als GroenLinkser durft weg te zetten als antisemiet - en ja, ook dat gebeurt - is niet goed bij zijn hoofd. 
Hoe laf ook: vraag mij niet naar oplossingen. En vraag mij ook niet om een kant te kiezen. Daar maak ik misschien geen vrienden mee, en mensen zullen het mij kwalijk nemen, maar sorry: ik doe het niet. Ik sta aan de kant van de mensheid, de medemenselijkheid, de verdrukten. Overal, altijd. 

4 mei komt eraan. Ergens ben ik bang voor wat er rond de herdenking gaat gebeuren. Dat is een angst die me ongemerkt met de paplepel is ingegoten en in mijn dna is gekropen. Dat is een angst waarvan ik soms het gevoel heb dat die er niet mag zijn. En ook dat beangstigt me. Ik hou mijn mond maar en heb mijn eigen gedachten. 

Ik wil wel de barricade op, maar ik weet niet welke. Ik voel me niet thuis bij een demonstratie waarbij ‘From the river .. etc’ wordt geroepen en Israel als hét kwaad wordt afgeschilderd. Ook al begrijp ik de gedachtengang erachter volledig. Ik voel me ook niet thuis bij een pro-Israel demonstratie, aangezien ik het totaal verwerpelijk vind hoe Netanyahu opereert, wat kolonisten en soldaten aanrichten. En toch begrijp ik ook de gedachtengang van deze demonstranten. En als ik zwijg, krijg ik te horen dat ik dan automatisch aan ‘de verkeerde kant’ van de geschiedenis sta.

Zeg het maar. En daarmee praat ik natuurlijk niets goed wat er nu in Gaza en de Westbank gebeurt. 

Dit jaar ben ik toevallig niet in Nederland tijdens 4 mei, maar bij vrienden in Barcelona. Een minuut stilte neem ik ook daar sowieso in acht. Twee jaar geleden was ik ook elders en ben ik het glad vergeten. Daar heb ik me dagenlang schuldig over gevoeld. Maar tijdens die ene minuut, en ook daarna, denk ik aan mijn opa én aan alle andere oorlogsslachtoffers die er zijn en er nog elke dag bij komen. Ongeacht afkomst, religie of woonplaats.