Daarom hebben wij - samen met Denk en PvdA - dit onderwerp op de agenda gezet en een (concept)motie opgesteld die vraagt om het opheffen van het verbod op het dragen van zichtbare religieuze of levensbeschouwelijke uitingen. Het mogen dragen van bijvoorbeeld een hoofddoek of keppeltje draagt bij aan de inclusieve stad die we willen zijn. En aan toegankelijkheid, herkenbaarheid en representativiteit. Zaken waarvan wij vinden dat ze bijdragen aan vertrouwen in de overheid, aan inclusief werkgeverschap en het uitgangspunt dat iedereen erbij hoort.
Neutraliteit en professionele gedragscode
Neutraliteit van gezagsdragers is vanzelfsprekend uiterst belangrijk. Dat heeft wat ons betreft echter niets te maken met uiterlijk; het gaat erom dat Boa’s ongeacht achtergrond of levensovertuiging professioneel handelen, betrouwbaar en bekwaam, met de juiste kennis en kunde. Zij leggen daarom bij het aanvaarden van hun functie ook een eed of belofte af: een wettelijke verplichting die hen bindt aan een professionele gedragscode en ethische normen. Door deze eed af te leggen, verplichten zij zich om hun werk op een integere, verantwoordelijke en respectvolle manier uit te voeren en de wet te handhaven.
Verbindende rol
GroenLinks ziet onze Boa's niet alleen als handhavers van de openbare orde; zij kunnen door hun aanwezigheid op straat ook een verbindende rol in onze wijken spelen. Het toestaan van religieuze uitingen zien wij als verrijking van onze stad, waar we eenieder gelijkwaardig behandelen en de gemeente inclusief werkgeverschap serieus neemt en daar daadwerkelijk naar handelt.
Amersfoort is niet de enige of eerste gemeente die de kledingvoorschriften voor boa’s aan de orde stelt. Den Haag, Utrecht, Rotterdam, Amsterdam, Almere en Arnhem hebben inmiddels al besloten de kledingvoorschriften dusdanig aan te passen dat Boa’s - net als andere ambtenaren - ook godsdienstige of levensbeschouwelijke uitingen mogen dragen. En ook in landen als Groot-Brittannië, Canada, Australië en steeds meer steden in de Verenigde Staten ziet men dat religieuze uitingen – die daar wel zijn toegestaan – de neutraliteit niet ondermijnen.
Hoe zit het juridisch?
De gemeente Utrecht heeft juridisch advies aangevraagd, alvorens over te gaan tot aanpassing van de kledingvoorschriften. Uit dit advies blijkt dat het aan de gemeente als werkgever is om te bepalen of BOA’s, die in dienst zijn van de gemeente, levensbeschouwelijke uitingen mogen dragen.