2. Wat heb je de afgelopen 4 jaar op dit gebied weten te bereiken?
Mijn doel in de huidige periode was het bouwen van een inclusieve stad: een Amersfoort waarin iedereen meedoet. Als woordvoerder zorg en onderwijs heb ik mij vooral voor deze thema’s ingezet. Door te zorgen dat ervaringsdeskundigen een stem krijgen in het beleid en de uitvoering. Dat de gemeente ruimhartig omgaat met het toekennen van sporthulpmiddelen voor mensen met een beperking. Door aandacht te vragen voor de positie van jonge mantelzorgers en segregatie en gelijke kansen in het onderwijs op de kaart te zetten. Ook ben ik samen met andere partijen opgetrokken om de jeugdbescherming in Amersfoort te verbeteren.
3. Waar zie je nog kansen?
Ik zie genoeg kansen om Amersfoort nóg socialer te maken, maar ik denk dat het ook belangrijk is om te behouden wat we de afgelopen jaren hebben opgebouwd: zoals structureel geld voor ons armoedebeleid. Uit alle rapportages blijkt namelijk dat het werkt, dat het bijdraagt aan de bestaanszekerheid en het kunnen meedoen van mensen met een laag inkomen. Dat is ook zorgen voor elkaar en dat moeten we ook echt in de volgende periode blijven regelen.
Verder is het nodig dat we stappen zetten in hoe we de jeugdzorg in Amersfoort organiseren. Cees (onze wethouder) heeft al veel goed werk verzet. Het is belangrijk dat we dat voortzetten. Dat zal nog een grote uitdaging zijn doordat het nieuwe kabinet hier een half miljard op wil gaan bezuinigen. Onbegrijpelijk, want eerdere bezuinigingen hebben tot grote problemen in deze sector geleid. Ik zal mij er echt hard voor maken dat we de zorg in Amersfoort toegankelijk houden voor iedereen die dat nodig heeft. Als het gaat om de betaalbaarheid, moeten we keuzes maken. Laten we dat altijd blijven doen vanuit de inhoud, door bijvoorbeeld nog meer in te zetten op preventie en samenwerking tussen zorgaanbieders.
Ten slotte vind ik het belangrijk dat we een onderwerp als zorg niet los zien van andere zaken. We moeten breder kijken: zaken als onderwijs, sport, cultuur, huisvesting, bestaanszekerheid en leefomgeving dragen allemaal bij aan hoe gezond en gelukkig onze inwoners zijn. Corona heeft ons het belang van een gezonde samenleving laten zien en de reeds bestaande verschillen nog groter gemaakt. Het tegengaan van deze ongelijkheid vraagt om een visie die al deze domeinen structureel aan elkaar weet te verbinden.