Dit is wat wij willen:

  • Indien mogelijk combineren we nieuwe ecologische verbindingen met aantrekkelijke en verantwoorde vormen van toegankelijkheid, zodat natuur wél beleefbaar wordt, maar níet onnodig verstoord raakt.
  • We gaan door met het planten van extra bomen: circa duizend per jaar. Als bomen in de weg staan, moeten die worden uitgegraven en in een ‘bomenbank’ worden bewaard voor herplant. Wanneer kap onvermijdelijk is, moet dit worden gecompenseerd. Daarbij kijken we niet alleen naar het aantal bomen, maar ook naar de natuurwaarde die verloren gaat. Gekapt hout moet lokaal worden gebruikt, bijvoorbeeld via KeiStadHout.
  • We sturen erop aan dat bouwpartijen natuurinclusief te werk gaan en zo zorgen dat gebouwen en hun omgeving een positieve bijdrage leveren aan biodiversiteit. Bij meerjarige gebiedsontwikkelingen moet het groen zo vroeg mogelijk worden aangelegd, zodat het is aangeslagen vóór een project klaar is. 
  • Bij aanleg en beheer van groen wordt de ondergrond als uitgangspunt genomen. Dan kunnen planten en bomen beter groeien en zijn ze minder gevoelig voor ziekten. 
  • Natuur- en recreatiegebieden in en om de stad moeten lopend, per fiets of met het openbaar vervoer goed bereikbaar zijn. We willen dat iedereen er zonder auto gemakkelijk kan komen. 
  • Steeds meer mensen uit Amersfoort en Hoogland hebben behoefte om te recreëren in het buitengebied van Hoogland-West. We willen daarom investeren in de toegankelijkheid van dit gebied voor fietsers en wandelaars. Met natuurorganisaties en boeren in dit gebied gaan we in gesprek over de vraag hoe natuur, recreatie en landbouw samen kunnen gaan. 
  • Landgoed Groot Weede in Hoogland (het land van boer Kok) mag niet worden volgebouwd met huizen, maar moet op termijn worden ingericht als een groene ecologische en recreatieve verbinding tussen de Eem, landgoed Coelhorst en park Schothorst.
  • Het groenbeheer moet afhankelijk zijn van de functie van een gebied en de biodiversiteit. Een grasveldje om te spelen en te sporten moet regelmatig worden gemaaid. Op andere plekken krijgt de natuur meer vrijheid. Bermen en braakliggende terreinen willen we inrichten als bloemrijk grasland. Waar dat veilig kan, moeten dode bomen blijven staan of liggen.
  • De middelen Roundup (tegen woekerplanten) en Xentari (tegen de eikenprocessierups) doen we in de ban. Hiervoor zetten we liever natuurlijke vijanden in. Zo helpen koolmezen, zwaluwen en vleermuizen in de strijd tegen de eikenprocessierups. 
  • We helpen bewoners hun tuin te vergroenen en regenwater in de tuin weg te laten lopen. We gaan door met Operatie Steenbreek: steen eruit, plant erin. De gemeente geeft het goede voorbeeld door de openbare ruimte te ontstenen. Denk aan middenbermen van wegen, rotondes en ‘eilandjes’ rond verkeerslichten. Parkeerplaatsen moeten standaard worden uitgevoerd met halfopen verharding.
  • Er is in Amersfoort een tekort aan open zwemwater. Bij grote ruimtelijke ontwikkelingen zoals Vathorst-Bovenduist en herontwikkeling van de kop van de Isselt kan extra zwemwater misschien worden gecombineerd met de noodzakelijke waterberging. Concrete ideeën zijn een recreatieplas op de grens met Bunschoten en een stadsstrand langs de Eem ter hoogte van het huidige ROVA-terrein.
  • Daken moeten worden gebruikt voor zonnepanelen en/of beplanting. Bij nieuwbouw en op alle daken van gemeentelijke gebouwen wordt dat de regel. 
  • Er moet voldoende ruimte blijven voor stadslandbouw, volkstuinen en gezamenlijke moestuinen. De gemeente moet de komst van zogenoemde ‘herenboeren’ stimuleren. Daarbij is voedsel afkomstig van een gezamenlijke (coöperatieve) boerderij.