Vergeleken met de rest van Europa heeft Nederland de grootste bijen­sterfte. Een groot probleem volgens natuur­beheerders, omdat dit gevolgen heeft voor onze voedsel­keten. Tachtig procent van alle planten op aarde zijn afhankelijk van de bestuiving van bijen voor hun voort­planting of evolutie. GroenLinks en D66 vragen aan het college van B&W of de gemeente bij wil dragen aan het overleven van de bij door het plant- en maai­beleid van het openbaar groen aan te passen.

Sinds 2003 is er sprake van een massale sterfte onder bijen. Dat heeft grote gevolgen voor onze voedsel­voorziening en de bio­diversiteit. De oorzaken zijn een combinatie van elkaar versterkende factoren, waarvan we er als gemeente een aantal kunnen beïnvloeden aldus de raadsleden Sieta Koet (GroenLinks) en Noëlle Sanders (D66). Bestrijdings­middelen van het type neonicotide maken de bij vatbaarder voor levens­bedreigende parasieten en virussen. Ook gebrek aan gevarieerd stuifmeel is een groot probleem.

Door de samenwerkende natuur­organisaties is 2012 uitgeroepen tot het 'Jaar van de Bij'. Doel is om maatregelen te treffen die bijdragen aan het terugdringen van de bijen­sterfte. Zonder bijen immers geen bestuiving van planten en bomen, met serieuze gevolgen voor onze voedsel­voorziening: 80% van onze plantaardige voedsel­voorziening is afhankelijk van de bij. Onder bijen verstaan we honingbijen, wilde bijen en hommels.

De samenwerkende natuur­organisaties hebben een Convenant Bijen­bescherming opgesteld met daarin maatregelen om de bijen te beschermen en voorzieningen te treffen voor hun voortbestaan. Dit betreft o.a. het beperken van het gebruik van gewas­beschermings­middelen en pesticiden door ecologisch bermbeheer.

Raadslid Sieta Koet is van mening dat kennis en initiatieven uit de stad optimaal dienen te worden benut. Op initiatief van Diana Wildschut, onderzoeker stads­landbouw en bio­diversiteit, werkzaam bij het TransitieLab de War in Amersfoort is in 2011 het Bijen­offensief gestart, een poging om van Amersfoort een bijenstad te maken. "Hier wordt onderzocht hoe we kunnen zorgen dat bijen gevarieerd voedsel kunnen vinden. Braak­liggende terreinen worden ingezaaid en particulieren worden gestimuleerd van hun tuin een bijen­oase te maken. Ook wordt voorlichting gegeven over welke bestrijdings­middelen er voor particulieren te koop zijn die schade toe kunnen brengen aan de bijenvolken. De kennis die bij het Kenniscentrum van het Transitielab aanwezig is kan worden ingezet voor voorlichting van werknemers en beleidsmakers van Stedelijk Beheer", aldus Diana.

GroenLinks en D66 vragen aan het college van B&W of zij bereid is om het landelijke Convenant Bijen­bescherming te ondertekenen en mogelijkheden ziet om het gebruik van gewas­beschermings­middelen in kaart te brengen en het plant- en maai­beleid aan te passen om zodoende bij te dragen aan het overleven van de bij. Ook kan het inzaaien van braak­liggende terreinen een opzet zijn tot het vormen van een bijen­lint in Amersfoort. Tevens wordt aan het college gevraagd of zij bereid is om in elk van de Amersfoortse parken voorzieningen te treffen voor bijen in de vorm van plaatsings­mogelijkheden voor kasten met honingbijen en nest­gelegenheden voor wilde bijen en hommels.

"Wat het TransitieLab niet kan doen, is het openbaar groen aanpakken. Daar is veel te winnen. Door bijvoorbeeld bermen te maaien net na de bloei van de wilde bloemen in plaats van net ervoor, of door grasvelden in te zaaien met een mengsel van gras en klaver. Hommels hebben hun nest onder de grond, dat wordt regelmatig weg geschoffeld. Bijen zijn minstens net zo afhankelijk van bomen als van bloemen. Ook de keuze voor het planten van bij-vriendelijke bomen kan een grote verbetering zijn", verduidelijkt Diana Wildschut. Beide politieke partijen hebben gezamenlijk schriftelijke vragen ingediend over deze problematiek.

   Links Gemeente Amersfoort: 2012 Het Jaar van de Bij    Reageren Sieta Koet-Minis,
raadslid GroenLinks Amersfoort,
e.koet-minis@raad-amersfoort.nl