Op 20 december 2011 heeft de raad de 'Verordening Wmo individuele compenserende maatregelen 2012' vastgesteld. In deze verordening heeft het college de nieuwe gekantelde werkwijze vastgelegd. Bij de vaststelling van de verordening werden twee moties aangenomen: 'Wmo en reële marktprijzen' en 'Ontzie minderjarige kinderen'. Op 28 februari 2012 was er overleg over de uitkomst van de juridische toets en de opvolging van de moties. Lees de bijdrage van GroenLinks-raadslid Erik van Vliet.

Tijdens de besluitvorming over de Wmo-verordening 2012 heeft de GroenLinks-fractie haar zorgen geuit over het opnemen van een inkomensgrens in de beleidsregels bij de verordening. Dit omdat de minister had aangegeven dat gemeenten geen inkomensgrenzen mogen hanteren. Wij zijn er toen mee akkoord gegaan de verordening vast te stellen, maar zo snel mogelijk onderzoek te doen naar de wettigheid van de verordening.

Begin dit jaar werd duidelijk dat vlak voor het vaststellen van de verordening de Centrale Raad een uitspraak had gedaan. Niet lang daarna gaf de staatssecretaris in de Tweede Kamer wederom aan, dat inkomensgrenzen niet mogen worden gehanteerd.

De staatssecretaris zei dat gemeenten alleen op individueel niveau naar de financiële mogelijkheden mogen kijken. Het bruto loon mag hierbij niet als uitgangspunt worden genomen. Als de aanvrager zelf zaken kan betalen, en hier citeer ik even letterlijk: "hebben gemeenten geen andere mogelijkheid dan het vragen van de wettelijke financiële bijdrage".

Naar aanleiding hiervan heeft mijn fractie schriftelijke vragen ingediend, waarvan de antwoorden helaas nog niet binnen zijn.

De uitkomst van het onderzoek van het college is, dat de door mij eerder aangehaalde zin uit de beleidsregels "Dit betekent dat cliënten met een inkomen boven 1,5 bijstandsniveau niet in aanmerking komen voor HH1." wordt geschrapt, omdat dit inderdaad, zoals de juridische toets aangaf, "de indruk van een algemene regel cq. harde inkomensgrens" wekt.

Wij zijn blij dat het college deze stap heeft genomen. Wel maken wij ons zorgen of de nu "zacht" genoemde inkomensgrens enerzijds inderdaad zacht gaat worden toegepast, anderzijds of deze wèl binnen de wet blijft. Omdat de wethouder aangeeft dat dit zo is, wachten wij het onderzoek van de staatssecretaris en van de nationale ombudsman af, voordat wij hier verder actie op ondernemen. Graag zouden we de wethouder willen vragen proactief aan het onderzoek van de staatssecretaris mee te werken. Wel zouden we nogmaals willen vragen, of het college dit risico van acht ton structureel in haar risicobeheersing mee zou willen nemen en als risico zou willen benoemen. Ik betwijfel sterk of dit bedrag binnen de Wmo-begroting of binnen Zorg en Welzijn kan worden gevonden, mocht ook de zachte inkomensgrens uiteindelijk niet mogelijk zijn of minder opleveren dan verwacht.

Voor wat betreft de uitvoering van motie 2.1 over reële marktprijzen, denk ik dat we deze ook moeten bezien in het licht van de balans tussen het geven van richtlijnen en het halen van algemene bezuinigingen, versus het maatwerk van de kanteling. Is de werkinstructie vastgelegd in de beleidsregels?

Voor wat betreft de uitvoering van motie 2.6 over minderjarige kinderen ben ik het met de wethouder eens, dat ook dit onderdeel van het maatwerk van de kanteling moet zijn. Het moet echter wel heel duidelijk zijn, dat het belang van het kind absoluut voorgaat boven het belang van de gemeente om niet voor een voorziening te hoeven betalen. Kan de wethouder dit toezeggen, en is dit ergens vastgelegd?

Voor alle onderwerpen uit de raadsinformatiebrief geldt overigens, dat we hier over enekele weken nader over kunnen spreken tijdens de P&C-pilot over de Wmo, waaruit een nieuwe Wmo-kadernota moet voortkomen. Onze fractie zou dan graag ook nadere informatie ontvangen over hoe kinderen in het keukentafel­gesprek worden meegenomen, over hoeveel gevallen het gaat, en over hoeveel geld hier exact mee gemoeid is.

 

 

Er was te weinig tijd voor de wethouder om alle vragen te beantwoorden. De wethouder heeft echter aangegeven dat de ontwikkelingen rond de inkomensgrenzen nauwlettend in de gaten worden gehouden, en dat als de Amersfoortse methode niet houdbaar blijkt, het college direct bij de raad terugkomt vanwege het dan ontstane financiële probleem.

Ten aanzien van de motie over minderjarige kinderen vond de wethouder vond het een goed idee om bij bespreking van de nieuwe Wmo-kadernota goed in te gaan over hoe het keukentafel­gesprek verloopt en aan te geven over hoeveel gevallen het gaat, hoe hiermee wordt omgegaan, en hoeveel geld hiermee gemoeid is.

 

 

   Nieuws 2012 GroenLinks wil snel duidelijkheid over Wmo    Informatie Gemeente Amersfoort: Zorg en Wmo    Reageren Erik van Vliet,
raadslid GroenLinks Amersfoort,
e.vanvliet@raad-amersfoort.nl