De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is belangrijk om iedereen aan de samenleving te kunnen laten meedoen. Eventuele bezuinigingen op Wmo-gelden kunnen daarom op een kritisch onthaal van de Groenlinks-fractie rekenen. Lees de bijdrage van raadslid Erik van Vliet aan de bespreking van de bezuinings­voorstellen voor de Wmo.

 

De bezuinigingsopgaaf op het Wmo-verstrekkingenbeleid wordt door het college technisch ingestoken. Er wordt gedraaid aan geldknoppen en er worden ja/nee-hendels verzet. Daarbij blijft het de vraag hoe hard de cijfers werkelijk zijn. Wij zouden graag slim willen bezuinigen op de Wmo-leefvoorzieningen, passend in het kader van de Kanteling. Het is niet mogelijk om hier nu diepgaand over te spreken. Wij willen daarom voorstellen deze ingrepen te bespreken in de bredere context van het nieuwe Wmo-beleid, dat spoedig naar de Raad komt, en de specifieke maatregelen dus niet nu vast te leggen. Tevens komen wij met het voorstel om maximaal op de kanteling in te zetten.

GroenLinks is van mening dat bij een bezuinigingsronde altijd uiterste voorzichtigheid moet worden betracht waar het de zwaksten in de samenleving betreft. Wij zijn blij dat het college heeft aangegeven ook vanuit die filosofie te willen werken, en bijvoorbeeld door middel van hardheidsclausules en maatwerkvangnetten wil tegengaan dat er grote stapelingseffecten zijn of dat de laagste inkomens getroffen worden. Over de uitwerking hiervan zijn wij echter niet tevreden. Voor kwetsbare groepen is slechts incidenteel 6 ton beschikbaar. Wij willen voorstellen hier structureel vijf ton van te maken. Deze ruimte is beschikbaar, omdat er meer dan de afgesproken 20 miljoen wordt bezuinigd.

Binnen de Wmo kunnen stapelingseffecten optreden door eigen bijdragen, het algemeen gebruikelijk verklaren van verzekering en onderhoud en het heffen van leges. Een voorbeeld ter verduidelijking:

Iemand heeft een scootmobiel. Hiervoor betaalt hij een verzekering en het onderhoud. Zijn situatie verslechtert, waardoor een elektrische rolstoel nodig is. Voor de aanvraag hiervan moet hij leges betalen. Voor de rolstoel zelf betaalt hij een bijdrage in de aanschafkosten, ook al is de rolstoel in bruikleen en niet zijn eigendom. Ook betaalt hij ook voor de rolstoel een verzekering en het onderhoud. Daarbij komen dan de leges voor een gehandicaptenparkeerplaats voor zijn huis, die hij nu echt nodig heeft, en de eigen bijdrages voor huishoudelijke hulp en AWBZ-zorg. Dit alles stapelt, hij raakt zelf het overzicht kwijt, en het is de vraag of de betrokken instanties (CIZ, zorgkantoor, Servicebureau Gemeenten, belastingdienst) het onderling binnen afzienbare tijd en foutloos hebben geregeld. Een klacht bij de ombudsman in wording.

Wij willen voorstellen de leges, verzekeringskosten en onderhoudskosten ook als eigen bijdrage te beschouwen, zodat deze niet hoger kunnen opstapelen dan het plafond voor eigen bijdrage Wmo/AWBZ.

Ten slotte vinden we het een erg goed voorstel van het college om 75+ niet meer te indiceren. Wat ons betreft kan dit worden uitgebreid tot alle stabiele zorgvragen. Dit is ook de tendens in landelijk beleid, en het levert een aardige besparing op, niet alleen in euro's maar ook in stress. Indien nodig zullen wij hiervoor samen met het CDA een voorstel toe indienen.

Wat mij bij de beantwoording van de technische vragen opviel, is dat het college vermeed antwoord te geven op de vraag hoeveel huishoudens met 1,5 maal bijstand zelf huishoudelijke hulp hebben. Met andere woorden: hoe normaal is het dat zo'n huishouden huishoudelijke hulp heeft, als er geen problemen spelen? Ik vermoed dat het wel eens zo zou kunnen zijn, dat het aanzienlijk vaker zo is, dat leden van zo'n huishouding bij anderen, al dan niet zwart of grijs, als huishoudelijke hulp werken! Wij zetten dan ook grote vraagtekens bij het "algemeen gebruikelijk" verklaren van huishoudelijke hulp voor inkomens beneden modaal. Voor het besparen is dat leuk, maar het gaat voorbij aan wat in de werkelijke wereld algemeen gebruikelijk is. We zijn dan ook benieuwd naar de gedachten van de wethouder hierover, zeker omdat hetzelfde kan worden gezegd over hoe algemeen gebruikelijk het is om verzekeringen en onderhoud voor een scootmobiel en een rolstoel enzovoort te moeten betalen. Normale huishoudens hebben doorgaans zulke voorzieningen niet, dus hoe kan het dan algemeen gebruikelijk zijn?

   Reageren Erik van Vliet, raadslid GroenLinks Amersfoort, e.vanvliet@raad-amersfoort.nl