Ik heb wiskunde gestudeerd. Niet iedereen weet dat. Daarom zeg ik het maar even. Het is lang geleden en ik weet er niet meer heel veel van, maar ik weet nog wel dat een juiste manier van rekenen belangrijker werd gevonden, dan het vinden van het juiste antwoord. Je haalde bij een tentamen een voldoende, als je een wiskundig probleem op de juiste manier te lijf ging, ook al was het antwoord dat je gaf, onjuist. Je kreeg daarentegen een vette onvoldoende als je een goed antwoord wist op te hoesten, zonder blijk te geven van inzicht. Voor een juiste uitkomst kreeg je twee punten, voor de juiste bewijsvoering acht. En terecht. Als het gaat om iemands discussievermogen, is dat allemaal anders. Zeker de laatste jaren mag je straffeloos allerlei meningen verkondigen zonder daarvoor argumenten te geven. Het lijkt alleen om de uitkomst te gaan, niet om de bewijsvoering.

De tijd waarin ik wiskunde studeerde was ook de tijd waarin je als jongere leerde om over allerlei politieke kwesties een mening te vormen, te hebben en te verdedigen. Dat werd toen 'een eigen mening' genoemd. Grappige tijdgeest. Een eigen mening was iets plechtigs. Dat was iets om trots op te zijn. Het hebben van een eigen mening bracht in die tijd ook een morele plicht met zich mee, namelijk de plicht om je standpunt desgevraagd toe te lichten. Je eigen mening was houdbaar als de argumenten die je aanvoerde juist en relevant waren en de argumentatielijn valide. Het mochten rationele argumenten zijn, maar ook emotionele of ethische. Door argumenten expliciet te maken en uit te wisselen met je gesprekspartners, kwam je tot meer inzicht en betere standpunten.

We zijn ver afgedreven van dat beeld van discussiëren. Tegenwoordig worden over van alles en nog wat standpunten verkondigd zonder dat men enige onderbouwing verschuldigd is. In de media worden dagelijks meningen van het publiek gevraagd over kwesties waarvan de meeste mensen nauwelijks enig benul hebben. In de Stad Amersfoort lees ik bijvoorbeeld: 'De VVD verdient een tweede wethouder. Eens of oneens? Stem mee'. Het is ook in de mode om een standpunt in te nemen over zaken die zich helemaal niet voor een standpunt lenen. Op de site stand.nl staat dat 92 mensen het ermee eens zijn dat 2011 een beter jaar wordt dan 2010. 77 Mensen zijn het hiermee oneens. Lekker boeiend.

Gevaarlijk wordt het als de plicht om standpunten te onderbouwen, wordt verhuld door het gebruik van krachttermen. Het PVV-programma geeft tientallen voorbeelden. 'Onze straten worden geteisterd door tuig'. Het is bijna poëzie. De stijlfiguren buitelen over elkaar heen. Een stampend ritme, een uitgesponnen alliteratie, een amplificatie en een polariserende woordkeus. Briljant! Iedere taalkundige zal zijn vingers bij dit programma aflikken. Wat denk je van: 'De massa-immigratie is een geldverslindende linkse hobby'. De dichterlijke kwaliteit van zo'n zin smoort ieder doorvragen. En zo win je dus een debat. Maar pas op: alleen al het idee dát je een debat kunt winnen, is abject. De manier waaróp de winst dan wordt binnengehaald, maakt het politieke bedrijf pervers.

In een omgekeerde wapenwedloop hebben alle politieke partijen, met uitzondering van de SGP, zich in de afgelopen jaren ingespannen om zoveel mogelijk kiezers te bereiken. In die wedloop is de waarde van standpunten systematisch overschat en de waarde van argumenten en regels voor een goed debat onderschat. De standpunten zijn verpakt in wervelende oneliners. Populisme noemen we dat. Het is ontluisterend te zien welke vernederingen politici zich getroosten om de zogenoemde kloof naar de burger te overbruggen, terwijl die kloof toch van twee kanten komt, zou je denken. Zo'n tien procent van de bevolking bestaat uit notoire klagers. Dat is een gegeven. In de strijd om de kiezer is de laatste jaren alle aandacht naar die tien procent uitgegaan, onder verwaarlozing van de andere negentig procent. Daarmee is de ontevredenheid echter niet weggenomen. Deze is tweevoudig doorgedrongen tot raden, staten en kamers.

Wilders riep 'Nu kan niemand meer om ons heen'. Ik was het voor het eerst met hem eens. De vraag is alleen: waar kan niemand meer omheen? De politici die het populisme baart, dragen niet bij aan goed bestuur. Eric L. en Hero B. mogen alleen nog maar de tas van de grote baas dragen. En de BPA, groot geworden op dezelfde draaggolf van het populisme, heeft zich binnen een half jaar van haar eigen wethouder vervreemd. Standpunten zonder argumenten zijn een magneet voor ontevredenheid, maar zijn niet productief in het debat.

Stemrecht is een groot goed, net als het hebben van een eigen mening. Wie van zijn stemrecht gebruik wil maken, heeft daarom de morele plicht om over argumenten achter standpunten na te denken. Als je daartoe niet bereid bent, even goede vrienden, maar lever je stemkaart dan maar in. In de politiek moet weer ruimte zijn voor een goed debat op basis van argumenten volgens aanvaarde argumentatieroutes. Werp een dam op tegen hufterigheid en maak de politiek weer elitair. Ik pleit voor verkiezingen met statie en eerbied. Geen appèl om toch in ieder geval naar de stembus te gaan, ook al begrijp je er geen snars van. Niet meer op iedere hoek van de straat een stembureau. Niet meer een uitgebalanceerd verkiezingsprogramma inkorten tot een serie oneliners. Neem de serieuze kiezer serieus. Ik ben er voor om naar analogie van inburgeringcursussen, een verplichte verkiezingstraining in te voeren voor een ieder die van zijn stemrecht gebruik wil maken. Wie op de waaromvraag als antwoord geeft: 'Kijk om je heen, man! Mankeert je soms wat aan je ogen?' verliest zijn stemrecht. We moeten het niet langer toestaan dat de politiek wordt geperverteerd door standpunten zonder argumenten. Een standpunt zonder argument is als een rekensom zonder bewijsvoering. Dan krijg je een vette onvoldoende.

Henk Bouwmeester, henkbouwmeester@groenlinksamersfoort.nl.

Column uitgesproken tijdens de nieuwsjaarsborrel
van GroenLinks Amersfoort in De Oude Viltfabriek.