In 2010 is in opdracht van de Dieren­bescherming en LTO Nederland een onderzoek uitgevoerd naar brand in veestallen. In de afgelopen jaren zijn ruim 700.000 dieren omgekomen bij branden. Het betreft runderen, varkens en pluimvee. In 2011 is tijdens een werkbezoek aan een boerderij in Hoogland-West in de stal ook een brand­gevaarlijke situatie aangetroffen. GroenLinks-raadslid Sieta Koet vraagt daarom aan het College van B en W om het handhavings­beleid in veestallen aan te scherpen.

Uit het onderzoek blijkt tevens dat zelfontbranding door kortsluiting en brand tijdens werkzaamheden de belangrijkste oorzaken zijn. Bij de boerderij in Hoogland-West was een schakelkast in de stal was ernstig vervuild door stof waardoor kortsluiting kan ontstaan. De eigenaar van dit bedrijf is hiervan direct op de hoogte gesteld. Tevens is geadviseerd welke maatregelen er dienen te worden getroffen om dit risico tot een minimum te beperken.

Bij navraag blijkt dat bij brandveiligheids­controles de elektrische installaties zoals schakelkasten in de stallen niet worden geïnspecteerd.

Volgens het rapport zijn de vele stalbranden te voorkomen door strengere controle en betere voorlichting aan agrariërs. De wettelijke eisen die er aan de brand­veiligheid in veestallen worden gesteld zijn in orde, maar het schort aan de handhaving. Bij de boeren voldeden de stallen, maar inmiddels zijn deze eisen aangescherpt.

Tevens wordt in genoemd rapport aanbevolen om in het nieuwe Bouwbesluit een apart hoofdstuk op te nemen, dat specifiek ingaat op (brand)veiligheids­eisen voor dieren­verblijven en dus ook een veestal.

Op 4 februari 2011 heeft de Tweede Kamer, per brief, bekend gesteld dat er geen steun is voor aanpassing van brandveiligheids­eisen voor veestallen. Naar aanleiding van een motie van PvdD, SP en PvdA is op 3 maart jongstleden door de staatssecretaris wel toegezegd dat er voor de zomer van 2011 een stal­preventieplan komt.

Verder wijst de Nederlandse Vereniging voor Brandweer­zorg en Rampen­bestrijding (NVBR) vooral op de eigen verantwoordelijkheid van de eigenaren van stallen. De insteek hierbij moet vooral ook gericht zijn op het 'voorkomen van brand'. Eigenaren hebben daar zelf invloed op, bijvoorbeeld door het niet-uitvoeren van brandgevaarlijke werkzaamheden, het niet-roken in een stal en het voorkomen van kortsluiting.

 

 

Bovenstaande levert voor GroenLinks de volgende vragen op.

Vraag 1: Heeft het College kennis genomen van het rapport 'Brand in Veestallen'?

Vraag 2: Heeft het College kennis genomen van de brief van de staatssecretaris van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, dd 4 februari 2011, en het Kamerstuk 132, de motie van het kamerlid Ouwehand, dd 3 maart 2011?

Vraag 3: Deelt het College het standpunt van de NVBR dat de eigenaren van veestallen een eigen verantwoordelijkheid hebben als het gaat om 'voorkomen van brand'?

Vraag 4. Deelt het College de opvatting dat door betere handhaving veel dierenleed en economische schade kan worden voorkomen?

Vraag 5: Is het College bereid om, vooruitlopend op een stal­preventieplan, het handhavings­beleid in veestallen aan te scherpen?

Vraag 6: Kan het College aangeven hoe het nu staat met controles op brandveiligheid in veestallen?

Fractie GroenLinks,
E.M.H. Koet-Minis.

 

 

   Informatie Rapport brand in veestallen    Reageren Sieta Koet-Minis, raadslid GroenLinks Amersfoort, e.koet-minis@raad-amersfoort.nl