Een oude hond kan geen nieuwe kunstjes leren. Maar geldt dat ook voor raadsleden? De raadsleden die in maart voor de tweede, derde of vaak zelfs vierde keer een gooi doen naar een nieuwe periode zullen wel moeten. Want de komst van de nieuwe gemeentelijke taken en de bijbehorende participatiesamenleving vragen om een nieuwe gemeenteraad, met een ander type raadsleden. Auteur: Leo Mudde.
Niemand minder dan BZK-minister Ronald Plasterk, ooit raadslid voor de PvdA in Leiden, zegt het met enige regelmaat: gemeenteraden moeten zich opnieuw uitvinden. Het raadslid dat na de verkiezingen van 19 maart 2014 aantreedt, moet uit ander hout gesneden zijn dan het traditionele raadslid. Zal moeten accepteren dat het niet meer de raad is die tot in detail bepaalt hoe de gemeente eruitziet, maar dat de gemeente toch vooral vorm krijgt in samenspraak met de burger. Ook al zegt de theorie van de democratie dat het raadslid het volk vertegenwoordigt, hij ontkomt er niet aan dat dat 'volk' zelf ook een actieve rol krijgt.
De verhouding van de overheid tot de inwoners van de gemeente verandert. Mensen worden in de nieuwe 'participatiesamenleving' geacht actief mee te doen aan de inkleuring van de eigen wijk of buurt, daar zelf verantwoordelijkheid voor te dragen. De overheid doet een stapje terug en de gemeenteraad stapt mee. Het Nieuwe Raadslid moet de kunst van het loslaten leren.
Politieke partijen krijgen het advies bij het schrijven van hun verkiezingsprogramma's goed rekening te houden met de nieuwe, grote taken die op het bordje van de gemeente komen te liggen, het sociale domein van zorg, werk, jeugd en passend onderwijs. Niet langer volstaat het mooie paragrafen te schrijven over wat zij met de gemeente voorhebben, zij zullen meer nog dan vroeger duidelijk moeten maken met welke partners zij nu hun plannen willen verwezenlijken, en hoe zij die coproductie van beleid willen organiseren, wie waarvoor verantwoordelijk is. En bij de selectie van kandidaten zal het bindend en communicatief vermogen een belangrijk criterium moeten zijn. Het Nieuwe Raadslid is geen haantje dat graag het hoogste woord voert in vergaderingen en zelf belangrijk gevonden wil worden, Het Nieuwe Raadslid zal vooral bescheiden moeten zijn, dienend – het oliemannetje of -vrouwtje dat zorgt voor een goede samenwerking tussen de inwoners en de gemeente.
Ervaren raadsleden
Die boodschap zal niet overal goed landen. In de lokale en regionale pers duiken rond deze tijd berichten op over ervaren raadsleden die in maart voor de derde of vierde keer voor hun partij de kar gaan trekken. Het zullen allemaal goede raadsleden zijn, ongetwijfeld. Maar de vraag is gerechtvaardigd of deze mensen, die al acht of twaalf jaar lang gewend zijn op een bepaalde manier te functioneren, ook geschikt zijn om in de nieuwe verhouding met de plaatselijke samenleving hun rol goed te kunnen blijven spelen.
Het ministerie van BZK vroeg bureau Greenwish onderzoek te doen naar de rol van de raad bij maatschappelijk initiatief. Greenwish-directeur Rinske van Noortwijk komt hierover aan het woord in het tijdschrift De rol van de raad, een gezamenlijke uitgave van BZK en de Vereniging van Griffiers. Zij zegt: 'Bestuurders moeten het lef hebben burgers meer ruimte te geven. Ik heb meegemaakt dat, wanneer mensen bij een raadslid aankloppen, het raadslid het probleem probeert te claimen voor een eigen politiek doel, om zichzelf of een partij te profileren.'
Helemaal fout, vindt zij. Het zijn pavlov-reacties die, in plaats van de zaak vooruit te helpen, obstakels beginnen te worden omdat burgers steeds vaker de kennis en de middelen hebben om zélf zaken te regelen. 'De relatie tussen een probleem in je buurt of achtertuin constateren en één keer in de vier jaar op een partij stemmen die het zegt voor jou te gaan oplossen, is veel te indirect. Te traag en te ondoorzichtig.'
Burgerinitiatief in Amersfoort
Als raadsleden hun nieuwe rol niet oppakken, dan zorgt de samenleving daar wel voor. In Amersfoort stond twee jaar geleden een groepje inwoners op die het was opgevallen dat de gemeenteraad zijn rol vooral beperkte tot die van 'besluitnemer': pas aan het eind van een traject kwam de raad in beeld. De inwoners, die zich het Burgerinitiatief 'Het Nieuwe Samenwerken' noemden, vond dat de raad eerder moest meedoen, in een vroeg stadium, zodat visies kunnen worden uitgewisseld en kennis wordt opgebouwd.
De lokale samenleving is volgens het Burgerinitiatief een complex van netwerken, zowel fysieke als digitale, en daarin moet het gemeentebestuur een (pro)actieve rol vervullen. Door actief mee te doen in de netwerken ervaren raadsleden en ambtenaren zelf waaraan een wijk behoefte heeft, wat goed is voor het culturele klimaat. 'Bewoners, ondernemers, verenigingen, instellingen en belangenorganisaties hebben veel kennis van zaken en kennen de problemen. Door deze energie te gebruiken krijgt de stad prachtige ideeën die gedragen worden door de bevolking. Burgerparticipatie in optima forma', zo staat op de website www.hetnieuwesamenwerken.net. En dat vraagt om een meer flexibele politiek in plaats van ideologische uitgangspunten die zijn verankerd in partijprogramma's en coalitieakkoorden. Het vraagt ook om transparantie, bijvoorbeeld van een raad die als besluitnemer inzichtelijk maakt waarom een besluit is genomen om daarmee draagvlak en begrip in de stad te creëren. De Amersfoortse politiek pikte het signaal op en raadsleden praten enthousiast mee over de nieuwe aanpak.
Kunstje
Simone Kennedy-Doornbos, fractievoorzitter van de ChristenUnie, onderschrijft de stelling dat er straks een nieuw type raadslid nodig is. Ze beseft: 'Het is heel moeilijk om écht los te laten, maar het moet, anders frustreer je de inwoners. Als raadslid heb je altijd de neiging om, zolang er geen besluit is genomen, de touwtjes weer in handen te nemen en kaders of uitkomsten aan te passen. Ja, óók nadat je mensen de ruimte hebt gegeven om zelf iets uit te werken binnen eerder vastgestelde kaders. Dat zit heel diep.'
Zelf zit ze nu zeven jaar in de Amersfoortse raad, maar vindt zich geen 'oude hond' die geen nieuwe kunstjes meer kan leren. Ze is, zegt ze zelf, niet zo gericht op publicitair scoren, 'dus ik doe graag mee in Het Nieuwe Samenwerken. Er zijn meer raadsleden die het kunstje kunnen leren, maar je haalt weinig publiciteit als je op je handen zit en niet ingrijpt. Dus de hang naar media-aandacht kan ervoor zorgen dat raadsleden tóch hun eigen mening zullen verkondigen. Dat kan het participatieproces frustreren.'
Zij heeft al ervaren hoe het is om op haar handen te blijven zitten. Op de plaats van een gesloopt ziekenhuis moest, zo vond de raad, een park worden aangelegd. Binnen de kaders is een groep bewoners aan de slag gegaan met een inrichtingsplan dat nu ter inzage ligt. Kennedy: 'Het is een heel mooi plan geworden, maar erg gericht op ecologische waarden en de direct omwonenden. Zelf had ik de voorkeur voor een toegankelijk stadspark met meer nadruk op recreatieve dan op ecologische waarden. Maar alles was uitgewerkt binnen de door de raad gestelde kaders. Dus hoewel ik als raadslid kan ingrijpen, moet ik wel loslaten.'
Ideeënmakelaar
Amersfoort is niet de enige gemeente die het loslaten aan het leren is. Vijf jaar geleden al bedacht PvdA-raadslid Nelleke Vedelaar in Zwolle de 'ideeënmakelaar': iemand die met inwoners meedenkt, hen verbindt met andere initiatiefnemers, helpt bij gemeentelijke regelgeving en hen wegwijs maakt in de financiële mogelijkheden. Nu is ze wethouder en ervaart ze hoe haar idee van destijds in de praktijk uitpakt. Het is een succes, zo blijkt. Steeds meer Zwollenaren doen dingen die voorheen waren voorbehouden aan de gemeente of grote organisaties. In het tijdschrift Gemeente en gemeenschap zegt Vedelaar dat wanneer mensen zelf hun leven kunnen vormgeven, dat honderd keer waardevoller is dan dat de overheid dat voor ze doet. Voor de gemeente blijft de belangrijke rol van vangnet weggelegd, voor die inwoners die bijvoorbeeld hun zorg niet zelf kunnen organiseren of betalen.
Ook Kennedy vindt dat de overheid een schild voor de zwakken moet blijven. Maar dat laat volgens haar onverlet dat de gemeente en dus ook de raad meer ruimte moeten maken voor bewoners en dat de raadsleden niet het werk van ambtenaren en wethouders over moeten doen. 'We moeten ons ervan bewust zijn dat burgers iets van ons willen: een dienstbare overheid. Zij zijn niet geïnteresseerd in onze ruzies.'
Algemeen belang
Er zijn echter grenzen aan het loslaten, zegt Kennedy. Zoals de gemeente een vangnet moet blijven voor de inwoners die het op eigen kracht niet redden, zullen raadsleden het algemeen belang moeten blijven bewaken. 'Burgers zijn toch meer op de eigen omgeving gericht, zij hebben niet het belang van de stad helder voor ogen staan. Dat is mijn taak als raadslid: de belangen van de hele stad al direct in kaders vastleggen.'
In een lezing voor ambtenaren toonde Kennedy zich recent nog een warm voorstander van Het Nieuwe Samenwerken. Ze schetste een bijna idyllisch vergezicht: 'Wat zou het geweldig zijn als Amersfoort in Nederland bekend kon staan als de stad waar het gelukt is grove rijksbezuinigingen te vertalen in acceptabele overgangsregelingen die zijn opgevangen in partnerschap met particuliere initiatieven. Waar de civil society tot bloei is gekomen, waar bewoners verantwoordelijkheden hebben opgepakt, zonder dat zij het gevoel kregen dat de overheid hen liet vallen.'
Niet iedereen in Amersfoort is zo optimistisch. Fractievoorzitter Hans van Wegen van de Burger Partij Amersfoort (BPA) vindt het nog te vroeg om een oordeel te geven. 'Ik ben erg nieuwsgierig naar de voortgang en de uitkomsten, maar ik heb mijn vraagtekens. Alle nieuwe vormen van samenwerking moeten plaatshebben met de huidige bemensing van het stadhuis, met ambtenaren die er al heel lang zitten. Dat vraagt nogal wat van ze. De top van het ambtelijk apparaat bestaat al 15, 25 jaar uit dezelfde ambtenaren.'
Voor raadsleden is het gemakkelijker om zich aan te passen, denkt Van Wegen. Sprekend voor zijn eigen partij: 'Een raadslid van de BPA heeft per definitie voldoende kwaliteit om zich aan alle wisselende omstandigheden aan te passen. Belangrijkste eigenschappen voor een raadslid zijn: de materie beheersen én er boven kunnen staan. Maar vooral moet een raadslid vanuit de burger kunnen denken, niet vanuit het stadhuis.'
Kennedy heeft ook nog wel een advies voor mensen die nu overwegen zich beschikbaar te stellen voor het raadslidmaatschap: 'Doe het niet als je geen visie hebt op de eigen buurt en de eigen stad. Weet wat er speelt, wat mensen ervaren als problemen, welke bewoners actief zijn en welke initiatieven er worden ontplooid. Als je dat goed weet, heb je als raadslid ook meer respect voor de eigen inbreng van inwoners.'
Bron: VNG Magazine 20, Raadsledenspecial, 25 oktober 2013.
Meer Informatie www.tijdvoorsamen.nl, over de overheid en maatschappelijke initiatieven www.hetnieuwesamenwerken.net, over het burgerinitiatief in Amersfoort