Dat kunnen lokale overheden het beste samen bedenken, omdat er best veel ruimte nodig is om de stroom te kunnen opwekken. En net zoals voor alle andere ‘ruimtevragers’ die er zijn, zoals landbouw, wonen, werken, natuur, recreatie, moet ook voor zonnevelden en windmolens een plek vrijgemaakt worden.

De eerste vermelding van de regionale energiestrategie komt al uit het regeerakkoord van 2017. In het Klimaatakkoord dat in 2019 werd gesloten, werd de opdracht concreet: alle regio’s kijken zelf hoeveel ze kunnen opwekken en bij elkaar dient dat tenminste 35 TWh te zijn. Hoeveel dat is, kan bijna niemand zich echt voorstellen, maar het komt ongeveer neer op 2.000 windmolens, 35.000 ha zonnepanelen of een mix daartussen.

Realistisch en serieus aan de bak

Belangrijke randvoorwaarde daarbij is dat het moet gaan om een realistisch plan dat ook voor 2030 al echt stroom moet leveren. Dat betekent dat lokale overheden serieus aan de bak moeten met plannen voor windmolens en zonnepanelen en niet kunnen vluchten in technieken die nog uitgevonden moeten worden, onbetaalbaar zijn of anderszins niet kunnen leveren voor 2030. En naast passen in de ruimte, moet het ook passen op het elektriciteitsnet. Daarom kijkt de netbeheerder mee en maakt inschattingen of en hoe de stroom op het net kan worden aangesloten.

Wensdenken versus ongemakkelijke keuzes

So far, so good. In de meeste regio’s is men begonnen met de minst omstreden keuzes: zoveel mogelijk alle grote daken vol met zonnepanelen. Ruimtelijk gezien is dat de beste optie. Maar het is ook wensdenken. Veel van deze zonnedaken zullen er nooit komen, bijvoorbeeld omdat ze geld kosten in plaats van opleveren. En dan komen de minder makkelijke opties in beeld. Ook die zullen nodig zijn en ook daarvoor moet je als lokaal bestuurder durven staan.

De energietransitie vraagt om ongemakkelijke keuzes. Iets wat bijna geen politicus durft te zeggen, maar wat veel lokale bestuurders nu wel staan uit te leggen aan hun inwoners en hun gemeenteraad. Wethouders en gedeputeerden die echt resultaat willen boeken.

Lokaal leiderschap in verkiezingstijd

Vanuit Den Haag krijgen zij helaas weinig steun. Zeker nu de verkiezingen voor de Tweede Kamer dichterbij komen, wordt de strijd om de gunst van de kiezer sterker dan de strijd om klimaatverandering tegen te gaan. En dan maak je je natuurlijk populairder met uitspraken dat zonneweides het landschap bederven dan met steun voor de eerder gemaakte afspraken. Of je vlucht toch weer in een discussie over kernenergie. De afspraak om lokaal genoeg schone stroom op te wekken blijft overeind, en met de Haagse verkiezingsstrijd in zicht wordt lokaal leiderschap alleen nog maar belangrijker.