Stadsdistributie krijgt dit najaar een nieuwe impuls in Utrecht en Amersfoort. Vijftien vervoerders mogen straks in een pilot ruimere venstertijden hanteren. Zo moet duidelijk worden wat de effecten van beperkingen zijn op de beladingsgraad en of het aantal te rijden kilometers omlaag gaat. Het experiment sluit aan bij het huidige coalitieakkoord. GroenLinks vond dit al in 2008 en verwoordde dat in een -verworpen- motie.
Begin augustus komt een open inschrijving voor vervoerders die mee willen doen. Volgens advies- en ingenieursbureau DHV vindt de selectie plaats op basis van criteria, die te maken hebben met beladingsgraad en de vraag hoe vaak iemand in de stad komt.
Half jaar lang effecten meten
In september worden de namen bekend en in oktober is de start van het praktijkexperiment. Het project gaat een half jaar duren. Wel moet in Amersfoort de formele besluitvorming nog plaatsvinden. De vervoerders krijgen eerst een nulmeting, waarbij aangegeven wordt hoeveel ritten en kilometers ze in de huidige situatie rijden. Naderhand stelt DHV vast wat het effect van verruiming van venstertijden is.
In de huidige situatie mogen vervoerders in Utrecht tussen 18:00 en 11:30 uur de stad in. In Amersfoort mogen chauffeurs van 17:30 tot 14:00 uur beleveren. Voorwaarde is dat chauffeurs voor 11:00 uur de stad binnen gereden zijn. Uiterlijk 14:00 uur moeten ze de stad verlaten hebben.
Wil bij gemeenten om te experimenteren
Verladersvereniging EVO en Transport en Logistiek Nederland (TLN) zijn mede initiator en betrokken bij dit initiatief. Venstertijden zijn al jaren een doorn in het oog van vervoerders. Alle beperkingen bij binnenstedelijke distributie kost het bedrijfsleven ongeveer 425 miljoen euro op jaarbasis. EVO en TLN zijn dan ook zeer te spreken over de wil van de gemeenten Utrecht en Amersfoort om de effecten van een duidelijke verruiming van de verplichte laad- en lostijden in kaart te brengen.
De logistieke belangenbehartigers verwachten dat verruiming van de venstertijden zal leiden tot de inzet van minder vrachtvoertuigen. Met dit praktijk experiment zal inzichtelijk gemaakt moeten worden dat deze verwachting ook daadwerkelijk klopt.
Coalitieakkoord 2010-2014
In het hoofdstuk Mobiliteit van het coalitieakkoord komt stadsdistributie ook aan de orde. De uitvoering van het besluit voor een autoluwe binnenstad en het opheffen van parkeerplaatsen aan Spui en Havik schorten we op, tot eerst met de betrokken bewoners en ondernemers uit de binnenstad een verkeerscirculatie- en parkeerplan is uitgewerkt. Dat doorgaand verkeer niet past in een middeleeuws stratenplan zal duidelijk zijn. Wij zetten ons in voor stadsdistributie zodat grote vrachtwagens te weren zijn. Elektrisch vervoer biedt daarvoor kansen. En binnen enkele jaren zal ongetwijfeld de loop toenemen naar het dan afgebouwde Eemplein. Met dat soort ontwikkelingen in aantocht kunnen betrokkenen met de gemeente een beter totaalplan maken.
Motie Kadernota 2009-2012
GroenLinks en SP vroegen al in een motie uit 2008 aan het toenmalige college om met een discussienota te komen met mogelijkheden en kansen om het autoverkeer en het autogebruik in de stad terug te dringen. En daarbij te betrekken het stadsrandparkeren, meer en beter OV (tram), overstapplaats van auto in trein/bus bij klaverblad Hoevelaken, autovrij maken van straten door bijvoorbeeld ondergronds parkeren, stadsdistributiecentrum, etc. Een motie daarover bij de behandeling van de Kadernota 2009-2012 werd echter door een meerderheid in de raad verworpen.
Bron: www.logistiek.nl, 9 juli 2010