Amersfoort is rijk aan monumenten. Als door een wonder is de complete binnenstad tijdens de Tweede Wereldoorlog voor verwoesting bespaard gebleven. Dankzij vooruitstrevende actievoerders en latere bestuurders als Fons Asselbergs is de oude stad ook redelijk ongeschonden de zestiger en zeventiger jaren doorgekomen. Alleen de middeleeuwse Stadsbuitensingel moest worden gedempt voor aanleg van de Stadsring. Een busbaan dwars door het centrum met een overstapstation op de Hof is gelukkig nooit gerealiseerd. Ook de 'afronding' van de Stadsring door Plantsoen-Noord is ons bespaard gebleven.

Tijden veranderen. Vandaag de dag hechten steeds meer mensen waarde aan cultuur­beleving en cultuur­historie. Monumenten vormen een onvervangbaar en onbetwist element van de rijkdom van onze stad. Instellingen als Stichting Stadsherstel dragen bij aan dit besef. Het is tegenwoordig regel en geen uitzondering dat er goed voor monumenten wordt gezorgd.

Maar er is meer. Stilstand is achteruitgang. Dat geldt ook voor monumenten. Er komen nieuwe monumenten bij en bestaande monumenten veranderen soms van uiterlijk en/of van functie. Het is dus nodig om te zorgen dat monumenten worden ontwikkeld tot vitale onderdelen van het economisch vastgoed. Dan ontstaat cultuur­schepping in de lijn van cultuur­behoud. Ook monumenten veranderen. Daar is niets nieuws aan. Sinds de 14e eeuw is de Sint-Joriskerk gemiddeld iedere vijftig jaar vrij grondig verbouwd. Een serre aan een monumentaal woonhuis? Prima, dan gaan we in overleg hóe dat kan. Niet óf het kan. Wat GroenLinks betreft mag de monumentenwet geen hinderwet zijn die nieuwe ontwikkelingen uitsluit. De overheid moet er juist voor zorgen dat het veranderings­proces van monumenten goed wordt begeleid. Daarbij kan (moet) de gemeente de hulp inschakelen van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (toevallig in Amersfoort). Deze dienst adviseert, begeleidt en zorgt voor handhaving.

Monumentenzorg gaat wat ons betreft niet alleen over afzonderlijke monumenten waar de geschiedenis vanaf spat. Ook stedenbouwkundige structuren, cultuur­historische elementen in het landschap, architectonische ensembles, zichtlijnen, sommige parken en zelfs sommige bomen willen we tot het corpus van Amersfoortse monumenten rekenen. Een mooi voorbeeld is de Heiligenbergerbeek: bakermat van Amersfoort en daarom van waarde. Bos Birkhoven en Park Randenbroek idem dito.

Behalve de bekende monumenten, zoals de officiële lijst van monumenten in het centrum, moeten we alert zijn op voortdurend nieuwe monumenten. Gelukkig hebben veel gebouwen op het rangeer­terrein net op tijd een monumenten­status gekregen. Wat ons betreft wordt ook een monumenten­status verleend aan het groepje van vier Polynorm-woningen aan de Randenbroekerweg 66 tot 72, de laatst overgebleven woningen van dit model in heel Nederland. Het zijn bijzondere woningen omdat ze volledig in de fabriek zijn gemaakt en ter plaatse in elkaar zijn gesleuteld. De woningen zijn ontworpen door Alexandre Horowitz (de uitvinder van de Philishave) als voorloper van een complete wederopbouwwijk in de wijk Lievendaal in Eindhoven. Deze wijk is in 2006 gesloopt. Wat ons betreft houdt Amersfoort de erfenis van Horowitz in leven.

Een uitdaging voor de komende jaren, goed voor een maatschappelijk debat in Amersfoort, is de erkenning voor en het behoud van de monumentale waarde van een aantal herstructurerings­wijken in Amersfoort. De wijken moeten worden vernieuwd, daar staan we als GroenLinks achter, want de woonwaarde van vooral veel laagbouwflats voldoet niet meer aan de eisen van vandaag. Maar tegelijk willen we behoedzaam zijn met het geheugen van de stad. Veel flats hebben onmiskenbaar monumentale waarde. Datzelfde geldt voor de laagbouw­woningen op de punt van Koppel. Verlichte stedenbouwkundigen en cultuur­historici geven aan dat cultuur­historisch besef een meerwaarde kan geven aan de kwaliteit van stedelijke vernieuwing. Het zorgt voor richting, kan leiden tot verrassende oplossingen en komt de bouwkundige en sociaal-economische identiteit van de stad ten goede. Respect voor cultuur­historisch waardevolle elementen draagt bij aan een beter evenwicht tussen het geheugen en de toekomst van de stad.

In het verlengde (op een tijdas gezien) van monumentenzorg ligt architectuur bij nieuwbouw. Met de ontwikkeling van nieuwe gebouwen scheppen we de monumenten van de toekomst. Aandacht voor goede architectuur is een culturele verantwoordelijkheid voor iedereen die bouwt. Het Architectuurcafé Amersfoort met de maandelijkse debatten moet blijven en het is wat ons betreft terecht dat de gemeente dit steunt.

Monumentenzorg is een vorm van beschaving. De winst is een persoonlijke verrijking en een verbinding van de bewoners met hun stad: dit is Amersfoort, mijn stad. Het tegenovergestelde van monumentenzorg is nestvervuiling. Van dat laatste willen wij verre blijven. Bij beschaving hoort educatie. GroenLinks hecht dan ook zeer aan de educatieve taken van de cultuur­historische instellingen en de bemiddeling van Scholen in de Kunst tussen instellingen en het onderwijs. Stichting de Waterlijn en de verschillende cultuur­historische verenigingen in Amersfoort doen fantastisch werk. Hulde daarvoor.