GroenLinks-raadslid Sieta Koet heeft als luchtmachtofficier op Vliegbasis Soesterberg gewerkt en was daarom de aangewezen persoon om een inleiding te houden bij de excursie van GroenLinks Provincie Utrecht naar de voormalige vliegbasis op 17 maart 2012. Enkele weken later, op 30 maart, bracht Jolande Sap in het kader van haar Provincietour ook een bezoek aan de vliegbasis, en weer was Sieta Koet erbij. Lees hoe twee werelden die destijds tegenover elkaar stonden, nu samen komen in één partij.
GroenLinks Lezing Vliegbasis Soesterberg 17 maart 2012
Enige weken geleden werd ik gebeld door Floris van Arkel. "Hallo ik ben bestuursmedewerker van de Statenfractie GroenLinks Provincie Utrecht. Op 17 maart organiseren wij een fietstocht over de Vliegbasis Soesterberg. Wij zijn driftig op zoek naar iemand die iets kan vertellen over de periode dat de Vliegbasis een operationeel vliegveld was." "Hoe kom je aan mijn nummer", vraag ik. "Het heeft mij heel wat moeite gekost, maar viaviavia hoorde ik dat u militair bent geweest en op de vliegbasis hebt gewerkt." Ik stem toe waarna ik Floris, aan de andere kant van de lijn, uit zijn dak hoor gaan.
14 dagen later loop ik The Oriëntal Swan binnen. Een chinees restaurant midden in het hart van het dorp Soesterberg waar een zaaltje is ingericht. Als ik binnenstap loopt mij de 23-jarige Florian, tussen de opgestelde rode stoeltjes door, tegemoet. "Jij bent Sieta! Fijn dat je er bent."
Intussen loopt het aardig vol. Circa 30 belangstellenden hebben zich aangemeld. Ik mag de aftrap doen. Een half uurtje is niks, er is immers zo veel te vertellen. Ik wil de gasten niet vermoeien met een droge opsomming van cijfers, dus beperk ik me tot het vertellen hoe het leven van een militair er uit zag, midden jaren tachtig, met een terugblik naar de jaren zeventig.
In de periode 1979-1990 werkte ik, als specialist Verbindingen, op de Vliegbasis in Bunker 43 en later in Bunker 500. Beide bunkers waren in gebruik als operationeel centrum tijdens de koude oorlog. In de jaren zeventig was ik geplaatst op het voormalige Jessurunkamp, o.a. opgeleid als telegrafist. Om dit te visualiseren heb ik mijn seinsleutel meegenomen. Ik seinde en nam berichten op, in een tempo van 14 woorden per minuut. Ik heb het nooit verleerd. De samenwerking met de Amerikanen van het 32 Tactical Fighter Squadron (1954–1994) leidde regelmatig tot verrassende momenten. Een aantal van deze anekdotes heb ik met de aanwezigen gedeeld en zullen worden verwerkt in het boek 100 jaar Vliegbasis Soesterberg, geschreven door Historicus Drs. Rolf de Winter (1962), dat volgend jaar uit komt. Rolf heeft zich gespecialiseerd in de geschiedenis van de Koninklijke Luchtmacht.
Na de lezing stelt een van aanwezigen de vraag: "Weet u nog dat wij, als activisten, een ketting hebben gevormd van 13 kilometer lang rondom de vliegbasis om te protesteren tegen de kernwapens?"
Natuurlijk weet ik van de vredesdemonstraties maar van een menselijke keten kan ik me niets herinneren, simpelweg omdat we veel te druk waren om ons daar mee bezig te houden. Ik refereer aan de Open Dagen in 1984 op de Vliegbasis toen 410.000 mensen daar te gast waren. Dáár ben ik nog steeds trots op. De aanwezigen en ik, we leefden in twee verschillende werelden met een totaal verschillende kijk op de wereld.
Tegen de middag stappen we met 30 nieuwsgierigen op de fiets. Het is prachtig weer. We gebruiken de ingang vlakbij de verkeerstoren. We bezoeken het sheltergebied. Een aantal shelters zijn ingericht als schaapskooi. We fietsen door het bos naar het munitiepark. De munitiebunkers worden ingericht voor kunstenaars. Aan de korte zijde hangen vleermuiskasten. We vervolgen onze weg naar de ruim drie kilometer lange landingsbaan en laten de weidse omgeving op ons inwerken. We fietsen naar de bult waarop het afweergeschut stond om de basis te verdedigen tegen grondaanvallen.
Tijdens de tocht komen steeds anderen naast mij fietsen. Een van de dames vertelt dat zij al sinds de jaren 50 in Bilthoven woont. "Wij waren bevoorrecht om te wonen in de omgeving van de basis want we luisterden altijd naar AFN (American Forces Network) en hoorden als eersten in Nederland popmuziek uit Amerika. (Zestig jaar American Forces Network.)
Het hoogtepunt van de fietstocht is, wat mij betreft, het bezoek aan Bunker 500. Het stafgebouw 13 dat er tegenaan stond is verdwenen. Wat rest is de bunker zelf. We lopen naar de hoofdingang. Via de stalen deur kom je in de doucheruimte en de machinekamer. Het is stikdonker binnen. We kunnen niet verder door het stalen hek. Als mijn ogen gewend zijn, ontwaar ik de lange gang die toegang gaf tot de operationele ruimtes. Het is één grote bende. Tussenwanden zijn gesloopt en er staat een hoop schroot.
"Heb je hier gewerkt Sieta?" hoor ik achter mij. "In deze bunker, zonder ramen?" Ja, 24 uur per dag, zeven dagen in de week. In de winter ging je in het donker naar binnen en kwam je weer naar buiten als het al donker was. Mijn gedachten dwalen af, terug naar 27 jaar geleden. Tijdens oefeningen, die vaak drie dagen duurden, liep je tijdens je shift in gaspak. Tijdens een z.g. nucleaire aanval werd het gaspak, aan de binnenkant bekleed met koolstof, 'dicht' gedragen. Dat betekende capuchon op, helm op, gasmasker op, katoenen handschoenen met daar overheen rubberen handschoenen en gaslaarzen over de kisten. Het duurde weken voordat de puistjes in mijn gezicht verdwenen waren. Om maar niet te spreken van de rouwrandjes onder mijn nagels. Ik kom weer terug in het heden en antwoord: "Ik heb het gevoel dat ik in een tijdcapsule zit." Een bizar idee dat dit nu onderdeel is van een stuk geschiedenis. Wie had een paar jaar geleden kunnen bedenken dat ik hier nu sta met GroenLinksers?
Als we terug fietsen naar de uitgang komt Floris naast me rijden. "Weet je dat Jolande Sap op 30 maart a.s. een bezoek brengt aan de Vliegbasis als onderdeel van haar provincietour?" Ik knik bevestigend. "Het zou leuk zijn als je mee gaat." En zo geschiedde.
Bustocht Jolande Sap Vliegbasis Soesterberg 30 maart 2012
Het is koud op 30 maart. De sjaal van GroenLinks komt goed van pas. Tot mijn verbazing ben ik de enige die hem draagt. Op het station van Amersfoort staat het gezelschap mij al op te wachten. Bijna alle Statenleden zijn aanwezig. Ik ga in het voorste gedeelte van de bus zitten. Even later komt Jolande Sap de bus binnen met in haar kielzog Gedeputeerde Mariëtte Pennarts.
We rijden weer via dezelfde achterpoort de vliegbasis op. Chris Bakker van het Utrechts Landschap staat ons weer op te wachten. Met hetzelfde enthousiasme vertelt hij over de transformatie van de vliegbasis. We slaan linksaf naar de voormalige brandweerkazerne. Deze is nu ingericht als expositieruimte.
Dat het strijden voor, en het realiseren van natuurgebieden niet alleen van onze GroenLinkse kant hoeft te komen, bevestigt Vliegbasis Soesterberg. Dit voormalig militaire terrein werd aangekocht door de provincie om het te herontwikkelen tot het belangrijkste stukje Ecologische Hoofdstructuur (EHS) in Utrecht, aldus verantwoordelijk CDA Gedeputeerde Bart Krol. Hij noemt het gebied 'Bleker-proof': "Doordat we toentertijd zelf het gebied hebben aangekocht en met 17 verschillende partijen om de tafel zijn gegaan, is het mogelijk geweest om met eigen financiering dit gebied te ontwikkelen."
Met een lunchpakket in de hand gaan we na circa drie kwartier de bus weer in. Ik ga naast Jolande zitten. We smikkelen samen van de heerlijke boterhammen. "Hoeveel militairen werkten hier?", vraagt ze. "Een kleine 4000", antwoord ik. Als we met de bus de landingsbaan willen oversteken, wordt de weg versperd door een kudde schapen met herder en herdershond. We stappen uit in de shelterarea. Jolande is verrukt van de shelters vol blatende schapen die net gelammerd hebben. We vervolgen onze weg door het bos. "Liepen jullie vaak door het bos?" "Ja hoor, tijdens de lunchpauze even een frisse neus halen", antwoord ik. We rijden weer langs het munitiepark, de blusvijvers en Bunker 500. "Kijk daar heeft Sieta gewerkt", schalt het door de bus.
We stoppen bij een van de munitiebunkers. Gedeputeerde Mariëtte Pennarts mag de bunkerdeur openen door aan een ketting te trekken. Beeldend kunstenaar Erik Odijk heeft de wanden van deze munitiebunker van een floraal motief voorzien. Het is niet direct iets dat je associeert met de discipline en vechtlust van het leger: bloemen. Toch is het een volstrekt logische keuze, want wie goed om zich heen ziet, komt op de vliegbasis namelijk veel zeldzame bloemsoorten tegen.
De flora die Odijk op de basis aantrof, dient dan ook als uitgangspunt voor de muurtekening die hij op deze plek realiseerde. De bloemen symboliseren de transformatie die de vliegbasis van een militair terrein naar een natuurlandschap ondergaat, maar legt ook een relatie met de protestbewegingen. Een periode waarin de 'flower-power' het opnam tegen de Vietnamoorlog en de dreiging van kernwapens. Met het werk Crown of Creation eert Odijk de bloem als kroon op de schepping. Tegelijkertijd verwijst de titel van het werk ook naar de gelijknamige plaat van de hippie rockband Jefferson Airplane, waar een atoomexplosie op de platenhoes prijkt. Op de vloer van de bunker prijkt een gigantisch grote cirkel met het vredesteken, in 1958 ontworpen door Gerald Holtom, een Britse ontwerper en kunstenaar.
We eindigen de korte busrit weer bij de voormalige brandweerkazerne. Ik vraag de chauffeur om mij af te zetten in het dorp. Statenlid Mari Beks loopt met mij terug naar The Oriëntal Swan, waar mijn auto staat. Onderweg naar Amersfoort kletsen we over ons verleden. "Ik was een van de activisten die met verfbommetjes gooide tijdens de Open Dagen 1984", bekent Mari... Hoe bizar.
Sieta Koet
Nieuws Jolande Sap op provincietour door Utrecht Reageren Sieta Koet-Minis,raadslid GroenLinks Amersfoort,
e.koet-minis@raad-amersfoort.nl