De gemeente en de scholen voor primair onderwijs in Amersfoort hechten aan een gemengde samenstelling in de klas.
Om inzicht te krijgen in de Amersfoortse situatie op basisscholen is onderzoek gedaan.

 

Samenvatting
De gemeente Amersfoort wil zicht krijgen op het bestaan van segregatie in het Amersfoortse basis­onderwijs. Hiervoor is informatie nodig over het aantal zwarte en witte scholen en vooral over de vraag of scholen in verhouding tot de buurt waarin ze liggen 'te zwart' of 'te wit' zijn.

Inleiding en probleemstelling
In de gemeente Amersfoort loopt sinds 2008 het project Kleurrijke Scholen. Binnen een aantal scholen, waarvan wordt aangenomen dat ze 'te zwart' of 'te wit' zijn in relatie tot de omgeving van de school, voert de Stichting Kleurrijke Scholen, samen met de betrokken scholen, een pilot uit. De Stichting Kleurrijke Scholen probeert in het kader van deze pilot onder andere meer allochtone ouders te bewegen hun kinderen naar een 'witte' school en autochtone ouders hun kinderen naar een 'zwarte' school te sturen. De basis­gedachte is dat kinderen naar school gaan in de wijk waar ze wonen. De vraag is in hoeverre dat in de praktijk het geval is. Centrale vraag in het onderzoek is: in hoeverre zijn scholen een afspiegeling van de wijk of buurt waarin ze gelegen zijn en waar is er sprake van leerling­stromen de wijk uit en waar niet en hoe zien die leerling­stromen uit?

Ander onderzoek
Het aantal zwarte basis­scholen is de laatste vijfentwintig jaar flink gestegen en de meeste zwarte scholen vinden we in de vier grote steden. Segregatie in het onderwijs komt ook in middelgrote steden zoals Amersfoort voor. Of we scholen zwart of wit noemen hangt af van het percentage allochtone leerlingen op een school en in verschillende steden worden verschillende percentages hiervoor gehanteerd. In de vier grote steden noemt men een school zwart wanneer er 70% of meer allochtone leerlingen op zitten, in veel middelgrote steden wanneer meer dan de helft van de leerlingen allochtoon is. De laatste jaren wordt segregatie in het basis­onderwijs voornamelijk benaderd vanuit het criterium van afspiegeling. Het gaat dan om het verschil tussen het percentage allochtone leerlingen op de school en het percentage allochtone kinderen in het referentie­gebied rond de school. In veel steden noemt men scholen te zwart als het aandeel allochtone leerlingen op de school 20% hoger ligt dan onder kinderen van 4 tot en met 12 jaar (de basis­generatie) in de wijk. Omgekeerd zijn scholen te wit als het aandeel allochtone leerlingen op de school 20% lager ligt dan onder de basis­generatie in de wijk. Veel genoemde oorzaken voor segregatie en 'witte vlucht' – waarbij autochtone ouders voor hun kinderen op zoek gaan naar een witte school buiten het voedingsgebied van de school - zijn concentratie van allochtonen in bepaalde wijken, slechte beeldvorming over zwarte scholen, vrije schoolkeuze en het toelatingsbeleid van bijzondere scholen.

Demografische achtergrond
In Amersfoort wonen op 1 januari 2010 3.500 niet westerse kinderen van 4 t/m 12 jaar. Tien jaar geleden waren dat er nog 2.740. Dit betekent dat 19% van de kinderen van 4 t/m 12 jaar – de basis­generatie – niet westers is. In het vervolg gebruiken we de term allochtone kinderen voor niet-westerse kinderen. Binnen de stad zijn er grote verschillen in het aandeel allochtone kinderen: vooral in een groot deel van de aandachts­wijken (Koppel, Kruiskamp, Liendert, Schuilenburg en Randenbroek) is het aandeel allochtone kinderen veel hoger dan in de rest van de stad. In deze wijken zijn de allochtone kinderen in de meerderheid. In Schuilenburg is het aandeel allochtone kinderen het grootst: twee van de drie kinderen is er allochtoon. De basis­generatie neemt in Amersfoort de komende twintig jaar met ongeveer 12% af. Het aantal allochtone kinderen van 4 t/m 12 jaar halveert bijna in deze periode en maakt in 2030 nog maar 12% uit van de basis­generatie tegenover 19% nu. Dit heeft te maken met het ontstaan van de zogenaamde derde generatie allochtonen. Van hen zijn beide ouders in Nederland geboren. De derde generatie valt onder de noemer autochtoon.

(Te) zwarte en (te) witte scholen
In Amersfoort zijn er weinig zwarte scholen: van de 56 scholen met 50 of meer kinderen zijn er 14% zwart, 68% wit en 18% gemengd. De witte scholen zijn dus ruim in de meerderheid. Vergelijken we de school­populatie met de kinderen in de omgeving van de school dan blijkt het merendeel van de basis­scholen een afspiegeling van de omgeving te zijn. De witte scholen in Amersfoort zijn bijna allemaal een afspiegeling van hun omgeving. De zwarte scholen zijn merendeels te zwart wanneer je ze met de omgeving vergelijkt.

Achtergrond (te) zwarte en (te) witte scholen
De meeste zwarte scholen vinden we in het openbaar onderwijs, verder in een enkele Protestants Christelijke school en vanzelfsprekend de Islamitische Bilal school. De Protestants Christelijke en Katholieke scholen zijn vooral wit, net als alle Gereformeerde of Reformatorische scholen en Neutraal-Bijzondere scholen. Te zwarte scholen vinden we vooral bij het openbaar onderwijs. Te witte scholen zijn een Neutraal-Bijzondere school (Vrije school), een Gereformeerde school (de Regenboog) en een Katholieke school (de Tafelronde locatie Schimmelpenninckade). (Te) zwarte scholen vinden we vooral in de aandachts­wijken. In alle andere wijken zijn de scholen over het algemeen een afspiegeling van de wijk.

Voedingsgebieden en witte vlucht
Twee van de drie kinderen in Amersfoort gaat in de directe omgeving naar de basis­school. Er zijn wel verschillen: kinderen uit Amersfoort Zuid gaan meer buiten de wijk en voedingsgebied naar school dan in de andere stadsdelen. Kinderen in Amersfoort Noord gaan juist meer in de omgeving naar school.

De volgende bevindingen zijn een indicatie dat autochtone leerlingen buiten de wijk of het voedingsgebied naar een witte school gaan en daarmee een indicatie voor kiezen voor een witte(re) school of witte vlucht:

  • Op witte scholen komen kinderen vaker uit een andere wijk dan op zwarte scholen.
  • Autochtone kinderen gaan vaker dan allochtone kinderen buiten een straal van 750 meter naar school.
  • Autochtone leerlingen die in 'zwartere' wijken wonen, gaan vaker buiten de wijk en het voedingsgebied naar school.
  • Vooral in de aandachtswijken zien we dat een groot deel van de leerlingen die buiten een straal van 750 meter en buiten de eigen wijk naar school gaat, in een ander deel van de stad een school bezoekt.

Bron: Stadsbericht Gemeente Amersfoort, 27 oktober 2010