Informateur Pieter Winsemius adviseert om de gestaakte onderhandelingen over het nieuwe college in Amersfoort op te pakken met de fracties van BPA, VVD, D66, GroenLinks en CDA. Maandag 12 april staakten BPA, VVD, D66 en GroenLinks hun coalitie­besprekingen. De gemeenteraad verzocht de burgemeester op dinsdag 13 april een informateur te benoemen. Burgemeester Albertine van Vliet-Kuiper vroeg, na overleg met de fractie­voorzitters, de heer Winsemius om als informateur op te treden.

Advies
De optie van een college met BPA, VVD, D66, GroenLinks en CDA kan bouwen op een sterk draagvlak bij de beoogde coalitiepartners, stelt hij. In zijn advies benoemt de heer Winsemius drie inhoudelijke aandachtspunten: de financiële onderbouwing, de invulling van het Beekdal en de portefeuilleverdeling.

Vervolg
Burgemeester Van Vliet nodigt de voorzitters van bovengenoemde fracties vandaag uit om het vervolg te bespreken.

Informateur
Informateur Winsemius was onder meer twee maal minister en is lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. In Rotterdam trad hij de afgelopen weken op als verkenner voor een nieuw college. Winsemius verzocht voor zijn inzet in Amersfoort geen honorarium te ontvangen, maar een door de gemeente zelf te bepalen schenking te doen aan zijn goede-doelenstichting.

Bron: Persbericht Gemeente Amersfoort, 19 april 2010

 

Blaricum, 19 april 2010

Mw. A. van Vliet-Kuiper
Burgemeester Amersfoort

Geachte mevrouw Van Vliet,

In vervolg op uw informatieopdracht van 15 april j.l. doe ik u hierbij de bevindingen toekomen van de gespreksrondes die ik de afgelopen dagen mocht hebben met vertegenwoordigers van de fracties binnen uw raad. Daarbij kwamen de volgende onderwerpen aan de orde: (a) voorkeursopties en advies, (b) inhoudelijke aandachtspunten, (c) vervolgproces en (d) terugvalopties.

Voorkeursopties en advies

De gemeente Amersfoort zag zich gesteld voor een bijzonder vraagstuk. Door het grote aantal partijen met tussen de drie en zeven zetels in de raad is het mogelijk op papier vele coalities van vier, en zeker van vijf, partijen te vormen. Bovendien worden de verhoudingen binnen uw raad gekenmerkt door een relatief hoge mate van wederzijds respect. Er zijn weliswaar voorkeuren, maar weinig partijen sluiten andere uit als mogelijke partner. Tijdens de gesprekken, die ik mocht voeren, kwam daarom een groot aantal mogelijke coalities aan de orde.

Toch was het beeld dat naar voren kwam uit de gesprekken, eenduidig. Na een eerste voorselectie bleven twee opties liggen op de 'zeef':

   A. BPA, VVD, D66, GroenLinks en CDA;

   B. VVD, PvdA, D66, CU met óf GroenLinks óf CDA.

Alle overige opties 'scoorden' aanmerkelijk minder in de afweging van de fractiedelegaties.

Tijdens een tweede ronde diepten de delegaties deze twee opties nader uit. Daarbij bleek optie A te kunnen bouwen op een sterk draagvlak bij de beoogde coalitiepartners, terwijl optie B weliswaar van verschillende kanten aantrekkelijk werd beschouwd maar juist de keus van de vijfde partner veroorzaakt splijting. Zowel de deelname van GroenLinks of CDA stuitte op sterke bezwaren van een van de andere coalitiepartners waardoor de haalbaarheid gering moet worden geacht. Er is sprake van twee, nauwelijks verenigbare varianten.

Tegen die achtergrond verdient het aanbeveling om op korte termijn de formatie van een nieuw College te richten op optie A. De betrokken partijen onderkennen het belang van de verkiezingsuitslag en beschouwen het als een uitdaging om een 'nieuwe politiek' inhoud te geven in een College waarvan ook de BPA als grootste partij deel uitmaakt. Amersfoort zou daardoor de eerste grotere stad zijn waar een dergelijk College het voortouw neemt.

Inhoudelijke aandachtspunten

Drie belangrijke punten vragen daarbij in het vervolgproces inhoudelijke aandacht: de financiële onderbouwing van het gezamenlijke programma, de invulling van het Beekdal en de portefeuilleverdeling binnen het College.

Financiële onderbouwing

Partijen zijn ervan doordrongen dat Amersfoort op dit punt voor een wezenlijke uitdaging staat en dat het eerdere concept nog veel vragen overliet. Ze dienen als het ware elkaars nieren te proeven: als onverhoopt puntje bij paaltje komt en aanmerkelijke ingrepen nodig zijn, waarin gaan 'we' het dan zoeken? Het verdient bovendien aanbeveling om enige extra armslag te creëren voor nieuw beleid en/of – het volgende aandachtspunt – voor de invulling van het Groene Beekdal op de plaats waar nu het ziekenhuis staat.

Invulling Beekdal

Gedeeld uitgangspunt is dat er sprake moet zijn van een 'groene' invulling. 'Geheiligde' principes zoals de budgettair neutrale invulling bleken bespreekbaar zolang maar duidelijk was op welke wijze eventuele tekorten worden gedekt. Het vervallen van de ijsbaanreserve maar ook een groter plangebied, met inbegrip van de driehoek bij de Zwarteweg waar wellicht meer bebouwing mogelijk zou zijn, werden daarbij als (deel)opties genoemd. Verschillende partijen opperden ook om structureel 2 miljoen euro te bezuinigen op andere posten.

Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat ingenomen posities zich wellicht onnodig hebben verhard. Het is bijvoorbeeld goed voorstelbaar dat het komende College het initiatief neemt tot het (laten) ontwerpen van, zeg, drie acceptabele alternatieve invullingen van het Beekdal. Deze drie ontwerpen kunnen – goed gevisualiseerd en elk voorzien van een passende financiële onderbouwing - worden voorgelegd aan de inwoners van uw stad. Het is 'nieuwe politiek' in optima forma waarbij politici maar ook actieve burgers mede invloed kunnen uitoefenen op de vormgeving van 'hun' stad.

Portefeuilleverdeling

De 'oude vier' is bereid om de eerder overeengekomen portefeuilleverdeling ten principale te herbezien zodat het CDA volwaardig mee kan spelen in de onderhandelingen. Tegelijk beseft de 'oude vier' dat in de voorgaande fase van coalitievorming wellicht te weinig aandacht is besteed aan de personele samenstelling van het beoogde College. Dat College komt naar verwachting te staan voor majeure (financiële) taken en behoeft daarom samenhang. Bovendien benadrukken de meeste partijen het belang van vernieuwing; dat vereist een vernieuwingsbereidheid van de aanstaande wethouders. Het verdient daarom aanbeveling om niet te wachten met het naar voren schuiven van de kandidaat-wethouders zodat bij de verdeling van portefeuilles rekening kan worden gehouden met hun behoeften en kwaliteiten en ook met de kwaliteiten van het team als geheel.

Vervolgproces

Met positieve wil moet het mogelijk zijn om de formatie van een nieuw College af te ronden vóór 1 mei.

De beoogde partners beseffen echter dat succes niet is verzekerd: het vertrouwen moet groeien maar de fundamenten daartoe zijn – zelfs na de recente mislukking van de vierpartijen formatie BPA, VVD, D66 en GroenLinks – stevig. Alle partners kunnen zich vinden in een College met vijf wethouders en benadrukken dat het CDA de ruimte en tijd moet krijgen om eigen accenten toe te voegen. Dat legt 'de oude vier', die eerder al dicht bij een akkoord waren, een belangrijke verantwoordelijkheid op. Het zou zeer schadelijk zijn voor de formatiepoging indien een of meer van hen de 'kans' zouden grijpen om eerdere compromissen ten principale te ontkrachten om zo alsnog veel meer 'binnen te halen'. Ook van het CDA mag worden gevraagd om te onderhandelen in de geest van het eerdere concept.

Het zou spijtig, en vermoedelijk onnodig, zijn indien oververhitting tot breuken zou leiden. Het verdient daarom aanbeveling om in het formatieproces ruimte in te bouwen voor reflectie: indien de druk onverhoopt te hoog oploopt, is het verstandig een beroep te kunnen doen op een 'wijze buitenstaander'.

Terugvalopties

Zoals aangegeven zijn er vele terugvalmogelijkheden indien het formatieproces niet tot overeenstemming zou leiden. Met het wegvallen van de eerdere optie B bestaat echter een forse kloof tussen de voorkeursroute en andere wegen. Naast de twee varianten van optie B - VVD, PvdA, D66, CDA, CU en VVD, PvdA, D66, GroenLinks, CU - lijkt op dit moment een vergelijkbaar draagvlak te bestaan voor VVD, D66, GroenLinks, CDA, CU. Het is echter zeker niet uitgesloten dat een hernieuwd falen van een formatiepoging zodanige sporen nalaat bij een of meer van de betrokken partijen dat een verdere samenwerking moeilijk wordt. Het verdient daarom in dat geval aanbeveling opnieuw een korte informatieronde te doen plaatsvinden waarbij weer alle partijen wordt gevraagd hun voorkeuren en zorgen te uiten.

* * *

Het was een voorrecht om u en de Amersfoortse politici te mogen assisteren bij het proces van coalitievorming. Ik ben mijn gesprekspartners erkentelijk voor de openheid tijdens onze wisselwerking. Hun positieve houding tegenover de burgers van uw stad biedt uitzicht op een positieve uitkomst.

Met vriendelijke groet,
Pieter Winsemius