Dinsdag 20 juni waren de algemene beschouwingen in de gemeenteraad. De verschillende politieke partijen keken terug en reflecteerden op wat er in Amersfoort is gebeurd. Ook werd vooruit gekeken en werd een kritische blik geworpen op de kadernota van het college, waarin de plannen staan voor de komende vier jaar. Hieronder de tekst zoals deze is uitgesproken door fractievoorzitter Frans Prins namens de GroenLinksfractie:

“Het leven gaat sneller als je ouder wordt”, schreef psycholoog Douwe Draaisma enige tijd geleden. Daarom zal voor ons jongste raadslid deze avond langer duren dan voor ons oudste raadslid. Het zij zo.

Drie jaar is deze coalitie op weg. Voor GroenLinks kropen die jaren erg langzaam voorbij. Bij het lezen van de kadernota hebben we eigenlijk het gevoel dat er nu pas begonnen wordt. We zien dat er in deze kadernota extra geld wordt uitgetrokken voor zaken die GroenLinks belangrijk vindt, zoals goed armoedebeleid, meer sociale woningbouw, cultuur, onderwijs voor nieuwkomers, duurzaamheid, en uitvoering van de groenvisie. Geld dat tot veranderingen in Amersfoort moet leiden. Over inhoudelijke veranderingen in onze stad hebben we het vaak, maar over het tempo van de veranderingen, en over de beleving van dat tempo, hebben we het eigenlijk nauwelijks. Daarom wil ik daar vanavond bij stil staan. Heel even.

De gekozen richting in deze kadernota is in onze ogen dus goed, maar we hebben ook gezien dat veranderingen in Amersfoort vaak langzaam gaan. Eén van de meest ingrijpende veranderingen van de afgelopen jaren zijn de decentralisaties. Begonnen in 2015, een overgangsjaar, 2016 ook een overgangsjaar, continuiteit daarbij als belangrijkste uitgangspunt. Er is gekozen voor beheerst innoveren. Ik denk dat dat goed is, maar bij sommige onderdelen beleven we dat anders: “Had dat niet sneller gekund? was dan onze gedachte. Het duurde bijvoorbeeld lang voor er een reserve sociaal domein kwam en het duurde nog langer voordat deze werd gebruikt. Het afgelopen jaar werd er nauwelijks iets uitgehaald. GroenLinks hamerde er steeds op dat dit geld gebruikt moet worden om mensen noodzakelijke hulp en zorg te bieden. Gelukkig zijn er in deze kadernota maatregelen benoemd die uit de reserve worden betaald. Want zolang er mensen in Amersfoort zijn die niet de juiste hulp krijgen mag er geen geld op de plank blijven liggen. Het duurde daarnaast lang voordat de regeling over klachten en bezwaren werd vastgesteld. En nu is vanaf 1 januari #indebuurt033 bezig de regie te nemen in de Sociale Basis Infrastructuur. Veel is in ontwikkeling. Afgelopen donderdag hebben we er in Kattenbroek met #indebuurt033 en andere professionals en vrijwilligers over gesproken. Er zijn behoorlijk wat mensen in onze stad die kampen met schulden of eenzaamheid. Er wordt hard aan gewerkt, ik weet het, maar ik had zo graag gehad dat we hier verder mee waren.

Elke verandering heeft natuurlijk zijn eigen tempo. GroenLinks vindt dat je je steeds moet afvragen of je bij een bepaald tempo de doelstelling wel gaat halen. Vorig jaar heeft de raad op initiatief van GroenLinks unaniem een klimaatkadernota vastgesteld. Er is veel over het klimaat en duurzaamheid terug te vinden in de kadernota en daar zijn we blij mee. Maar ook hier bekruipt ons het gevoel: “Moet dat niet sneller? Is dit genoeg?” We hebben vorig jaar in de klimaatkadernota het college gevraagd inzichtelijk te maken hoe het beleid bijdraagt aan de het doel om klimaatneutraal te zijn in 2030. Gaan we die doelstelling halen? We verwachten bij de komende begroting daar inzicht in te krijgen. Want er liggen kansen. Wijken die nog gebouwd gaan worden, zoals het Hogekwartier, moeten in onze ogen gasloos worden aangelegd. We kunnen meer doen met een duurzaam distributiesysteem. Het is nu zaak om vaart te maken, want we moeten een schone wereld achterlaten voor onze kinderen.

Als zaken langzaam gaan, hoe komt dat dan en wie is daar de dupe van? Ik denk dat we als gemeenteraad in ieder geval naar onszelf moeten kijken. We hebben de neiging om bij grote veranderingen vooral informatie te vragen, en dan nog meer informatie vragen, en dan nog meer gedetailleerde informatie, waardoor we steeds maar niet aan meningsvorming en besluiten toekomen. Of het college liet op zich wachten. Het lijkt op uitstelgedrag, op gebrek aan lef om knopen door te hakken. Ik noem enkele voorbeelden:

  • Er zijn wachtenden in de zorg, mensen die te lang op een rolstoel moeten wachten, kinderen die wachten op psychiatrische hulp
  • De opvang van vluchtelingen. Er is zo voorzichtig geopereerd, dat er nauwelijks stappen zijn gezet.
  • De discussie over de renovatie van het stadhuis. Deze duurt al jaren, gaat in onze ogen tergend langzaam, vele scenario’s zijn doorgerekend, maar hoe langer we wachten, hoe hoger de kosten worden, en hoe langer de gebruikers van het stadhuis de dupe zijn.
  • De vernieuwbouw JvO – er is lang gewacht met het besluit en de kosten gingen omhoog.
  • De mensen van de WAR: eerst hebben ze heel lang moeten wachten op iets dat niet kwam, en nu duurt het zoeken naar een alternative locatie al weer een tijd
  • We kijken al tijden uit naar zonnevelden. En het is nog steeds de vraag of we ooit een windmolen gaan zien op Amersfoortse grond.

We hebben als GroenLinks soms een beetje het Elisabethgroengevoel: fantastisch idee, maar na vier jaar is het nog steeds vooral een half afgebroken gebouw. Wanneer gaat het gebeuren? Als zaken zo lang duren lekt energie weg, worden mensen moe of haken af. Ze gaan iets anders doen.

Misschien gaat de tijd ook langzamer als je in de oppositie zit en zie je veranderingen als te traag. Mogelijk worden oppositiepartijen minder goed meegenomen in een traject, en weet de oppositie niet welke inspanningen allemaal verricht worden om de verandering of de innovatie in het juiste tempo voor elkaar te krijgen. Misschien weet de oppositie minder goed wat redenen zijn waarom zaken vertragen. Het zou goed zijn om aan te geven waarom een verandering een bepaald tempo heeft en wat er nodig is om te versnellen, bijvoorbeeld het vergroten van de ambtelijke capaciteit. Dat maakt dat we realistischer naar veranderingen kijken.

We hebben nog een jaar. Een jaar is lang. In een jaar kan je nog heel veel doen. Ik hoop dat dat jaar voorbij vliegt, waarin veel stappen worden gezet en vaart wordt gemaakt. Nu vooruit, zou ik willen zeggen.