Van de nieuwe begrippen van 2011 is het begrip 'sociale media' wel het meest mismaakte. Als het goed is, is ieder medium sociaal. Want een goed medium legt een verbinding tussen mensen. Het klinkt alsof er iets heel nieuws is uitgevonden, maar ik vind het verdacht en ook een beetje griezelig dat bij twitter en facebook opeens expliciet wordt gemaakt, dat het sociale media zijn. Is een leuke verjaardagskaart dan niet meer niet sociaal? Een tijdschriftartikel of een telefoongesprek? Of deze column? Je moet trouwens toch al erg oppassen met modernistisch taalgebruik. Als mensen zeggen: 'Dat wil je niet weten!', betekent het meestal dat je dat nou juist heel graag wilt weten en als mensen roepen dat iets 'werkelijk helemaal nergens over gaat', betekent het meestal dat het over substantiële bedragen en grote hoeveelheden gaat. Maar dat terzijde.
Nadat onze voorzitter mij vroeg om tijdens deze nieuwjaarsborrel iets te doen, ben ik vrijwel direct achter mijn laptop gaan zitten. Ik had fantastische ideeën. Ik wilde er echt een fijne nieuwjaarscolumn van maken. Hartverwarmend en tot nadenken stemmend. Ik wilde zeggen dat armoede en ongelijkheid de leefbaarheid aantasten en maatschappelijke saamhorigheid bedreigen. Ik wilde iets zeggen over het doel van onze economie; dat die nu teveel is gericht op geldzucht en te weinig op welzijn en de verdeling ervan. Ik wilde iets zeggen over het beheer van de aarde, dat de aarde een stem moet krijgen in politieke besluitvorming. Ik wilde iets zeggen over het beschermen van natuur en milieu, respect voor het culturele erfgoed en over de immateriële waarde van beschaving. Ik wilde zelfs Ghandi citeren: 'De aarde heeft wel genoeg voor ieders behoefte, maar niet voor ieders begeerte'.
Een somber verhaal? Welnee! Ik wilde positief eindigen en iets vertellen over de vele positieve initiatieven van burgers en bedrijven. Al die initiatieven van onderop die het hele aanbod van goederen en diensten kunnen beïnvloeden. We moeten niet wachten tot de overheid iets doet, maar zelf het heft in handen nemen. Wat begint in het klein, kan uitgroeien tot een nieuwe cultuur van zorg om de toekomst. Dat had ik willen zeggen.
Helaas is mijn tekst voortijdig via sociale media uitgelekt en pardoes bij de Rijksvoorlichtingsdienst terechtgekomen, waarna die op Eerste Kerstdag is voorgelezen door koningin Beatrix.
Achteraf komt me dat eigenlijk wel goed uit, want één van mijn goede voornemens voor 2012 is, om wat zuiniger te zijn met het rondstrooien van standpunten en meningen. Ik wil niet meer overal iets van vinden. Niet meer voortdurend mijn grote waffel opentrekken. Dat is namelijk de ziekte van deze tijd. Dat iedereen overal maar een mening over heeft en die mening ook nog overal verkondigt. Te pas, maar meestal te onpas. Dat is ook de ziekte van GroenLinks. Dat is waarom anderen soms een hartgrondige hekel aan GroenLinks hebben: 'Daar heb je 'hun' weer! Stelletje betweters!'.
Dat betweterige is trouwens ook de ziekte van die zogenoemde sociale media. Als je goed kijkt, zijn die helemaal niet zo sociaal. In de eerste plaats wordt er meestal in gezelschap van anderen getwitterd. Dat is sowieso een beetje asociaal. Maar vooral als je bedenkt dat je nog niet bent uitgesproken of delen van je betoog worden rondgetwitterd en in andere gremia, buiten jouw zicht, bediscussieerd, zo niet afgekraakt. Dat is pas echt asociaal: woorden vóór iemands mond weg grissen, zonder hem de kans te geven een punt te zetten. Het wordt helemaal bont als twitteraars dat onder de naam van een andere afzender doen, maar ook dat terzijde. In de tweede plaats worden twitter, hives en facebook vooral gebruikt om te zenden. Zenden, zenden, zenden. Zorgen dat je bij netwerken hoort. Zorgen dat je gezien wordt. Ik twitter dus ik besta. Onderwijl gooi je een ruw stuk tekst snel over andermans schutting: 'Hier heb je mijn rotzooi. Succes ermee!' Ook dat is tamelijk asociaal.
Mijn goede voornemen voor 2012 is om meer te ontvangen en minder te zenden. Meer luisteren en minder praten. Niet per se overal iets van vinden, maar luisteren wat anderen vinden. Goed luisteren. En als er even niets gezegd wordt, niet meteen die stilte met woorden op gaan zitten vullen. Dat geeft meteen meer ruimte en rust. Niet nu allerlei vragen gaan stellen. Gewoon even niet.
Dat Beatrix mijn tekst heeft overgenomen, kwam mij als een geschenk uit de hemel. Verder sluit ik me geheel bij haar woorden aan.