GroenLinks, D66 en PvdA gaan een nieuw college formeren in de gemeente Utrecht. Met als uitgangspunten Groen, Open, Sociaal en Financieel Gezond hebben GroenLinks, D66 en PvdA een fundament gelegd voor een nieuw Utrechts collegeprogramma. Dit markeert de start van de formatie. Op basis van dit fundament werken de drie partijen aan een modern bestuur met een inspirerende visie op de toekomst van een sterke gemeente Utrecht.
Met tien van de 45 raadszetels is GroenLinks na de verkiezingen op 3 maart de grootste partij in de stad Utrecht geworden, gevolgd door D66 en de PvdA met beide negen zetels. Het oude college bestond uit PvdA, CDA, VVD en ChristenUnie. GroenLinks verliet het college in 2009, uit onvrede met het Actieplan Luchtkwaliteit Utrecht (ALU), een grootschalig verkeersproject dat begroot is op anderhalf miljard euro.
Fundament onder collegeprogramma Utrecht
1. Utrecht krijgt een daadkrachtig college dat een open bestuurscultuur heeft en dit uitdraagt in houding en gedrag; dat op een open wijze verantwoording aflegt aan de gemeenteraad en aan de stad; dat op creatieve wijze vorm en inhoud geeft aan participerende democratie en dat betekenisvolle en wederkerige verbindingen weet te leggen met de Utrechtse inwoners, organisaties, ondernemers en professionals. Het college formuleert concrete ambities, waardoor de raad het college op resultaat kan beoordelen.
2. Het college werkt vanuit een heldere visie en koers waarin het zijn verantwoordelijkheid neemt voor scherpe keuzes vanuit een collegeakkoord op hoofdlijnen. Op hoofdlijnen betekent dat het doel dat het college wil behalen en het resultaat dat het wil realiseren duidelijk en voor één uitleg vatbaar is. Het is de taak van de burgemeester en wethouders om hieraan concrete invulling te geven en daarop te sturen. In elk geval op de onderdelen financiën/bezuinigingen en organisatie, bereikbaarheid/mobiliteit en herstructurering/wonen komt een nadere en gedetailleerdere uitwerking in het collegeakkoord.
3. Het college erkent in zijn doen en laten de raad als hoogste orgaan dat de kaders stelt. Het college stelt de raad actief in staat om het collegebeleid te toetsen en te controleren op effectiviteit en resultaat. Het college bestuurt met een zekere mate van ruimte. Met visie en uitgangspunten treedt het college de samenleving en de raad tegemoet. Het college hanteert een bestuursstijl waarbij voorstellen voldoende ruimte laten voor zowel de gemeenteraad als voor participerende burgers, organisaties, professionals en partners voor inbreng, wijziging, verbetering, en, waar kan, coproductie. Afhankelijk van het onderwerp worden voorstellen in een vroeg stadium ook aan andere partners (belangenorganisaties, bewoners, deskundigen) voorgelegd. Het college benut hierbij alle moderne communicatiemiddelen.
4. Utrecht krijgt een college dat de financiën op orde heeft en houdt en risico’s zichtbaar maakt. Het college financiert structurele uitgaven alleen met incidentele middelen als er een concreet zicht bestaat op structurele dekking. Het college neemt al vanaf 2010 maatregelen om de organisatie en het (bestaande) uitvoeringsprogramma financieel gezond te houden.
5. Wethouders hebben slagkracht doordat zij behalve programmaverantwoordelijkheid ook verantwoordelijkheid dragen voor één of meerdere organisatieonderdelen. Het college stelt de wethouder financiën in staat de rol van coördinerend wethouder voor de concernfinanciën waar te maken.
6. Het college committeert zich aan een slanke, slagvaardige, taak- en zaakgerichte organisatie, die excelleert in haar dienstverlening, en berekend is op de wettelijke taken en verantwoordelijkheden en de eigen lokale ambities. Het doet dit door middel van organisatieverandering en investering in de kwaliteit van human resources. De relatie college - ambtelijke organisatie kenmerkt zich door ‘het college bestuurt, de ambtelijke organisatie managet’.
7. Er is sprake van collegiaal bestuur. De leden van het college voeren loyaal het akkoord uit. Op de onderwerpen die niet gedetailleerd in het collegeakkoord zijn uitgewerkt, accepteren portefeuillehouders dat het soms kan voorkomen dat zij voorstellen verdedigen die niet door de ‘eigen’ raadsfractie worden gesteund. De raad wordt gemotiveerd door het collegeprogramma, niet beperkt.
Bron: utrecht.groenlinks.nl 21 maart 2010