Godfried Reuser heeft op het terrein van ruimtelijke ordening, wonen en duurzaamheid zijn sporen in de loop der jaren ruimschoots verdiend. Daarnaast is hij al jaren lid van GroenLinks, zij het niet altijd actief. Godfried koppelt zijn rustige deskundigheid aan een heldere visie op de problemen van de stad. Godfried ambieert helaas geen verkiezing als raadslid, maar met deze plaats op de lijst spreken we de hoop uit dat de fractie zijn visie en deskundigheid productief zal weten te maken voor het raadswerk.

 

Godfried Reuser, 65 jaar. Ik stel me kandidaat voor GroenLinks omdat ik een waardevolle bijdrage kan leveren vanwege mijn deskundigheid, mijn persoonlijkheid en vanwege mijn levenswijsheid.

Ik ben deskundig op het gebied van stedelijke ontwikkelingen. Vele jaren heb ik gewerkt als adviseur binnen gemeentes als ambtenaar, maar ook als extern adviseur. De inhoudelijke deskundigheid is vooral op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling, volkshuisvesting en veiligheid, maar daarnaast heb ik me ook bezig gehouden met de gemeentelijke organisatie zoals wijkontwikkeling en dergelijke. De laatste jaren was ik coördinator CSG (Centraal Stads Gebied) in Amersfoort. Behalve in Nederland heb ik ook 6 jaar gewerkt in Afrika. In de jaren '70 in Tanzania als architect en in de jaren '90 als directeur van een ontwikkelings­organisatie in Ethiopië en Eritrea.

Als persoon heb ik een brede maatschappelijke belangstelling. Bij de start van mijn loopbaan, al weer flink lang geleden, was de invalshoek van mijn werk vooral technisch. Niet onlogisch als civiel ingenieur. In de loop van mijn carrière is die meer sociaal, economisch en beleidsmatig geworden. Ik ben zowel in mijn werk als in mijn activiteiten altijd een realist / idealist geweest. Ik heb veel in teamverband gewerkt, als leiding­gevende of als deelnemer. Voor de GroenLinks-fractie is het belangrijk als team op te treden en zo mogelijk elkaar te kunnen vervangen. Daarnaast moet men elkaar opbouwend kritisch volgen tav inhoud, vorm en publiciteit.

 

Godfried Reuser (foto: Jeanette van der Meij)