Op naar een autoluwe Stadsring

Wat heb je de afgelopen vier jaar op het gebied van  wonen weten te bereiken?

In 2018 diende ik de motie ‘Geen woning, geen koning’ in. Een knipoog naar de woonprotesten uit de jaren ’80 en het feit dat Amersfoort op dat moment in rep en roer was om het bezoek van de Koning op Koningsdag 2019 voor te bereiden. Maar de onderliggende boodschap was heel serieus: laten we in Amersfoort een ‘Deltaplan Wonen’ opstellen, zodat we met dezelfde voortvarendheid en doortastendheid als waarmee we het bezoek van de koning voorbereidden de grote woningnood in Amersfoort gaan aanpakken. De motie is aangenomen en het Deltaplan kwam er. Daarin is geregeld dat we jaarlijks minimaal 1000 extra woningen gaan bouwen in Amersfoort en dat we daarbij vooral inzetten op sociale huur (minimaal 35%) en middeldure woningen (20%). Daarmee is Amersfoort één van de steden met de strengste eisen als het gaat om het bouwen van betaalbare woningen. Een mooi resultaat dus.

Waar zie je nog kansen?

We kunnen in Amersfoort nog meer werk maken van doorstroming op de woningmarkt. Amersfoort heeft in de jaren ’80 en ’90 veel wijken gebouwd voor gezinnen, zoals Zielhorst, Kattenbroek en Nieuwland. Veel kinderen van toen zijn inmiddels het huis uit en oudere stellen zijn vaak achtergebleven in grote eengezinswoningen. Veel van hen zouden best door willen stromen naar een mooi appartement in de buurt van de binnenstad, maar die zijn er nog te weinig. We bouwen op dit moment namelijk vooral kleine huurappartementen. Die hebben we óók nodig, maar daarnaast zouden we ook meer ruime koopappartementen moeten bouwen. Dat brengt de doorstroming op gang, zodat er meer eengezinswoningen vrijkomen en voorkomen we dat natuur buiten de stad wordt opgeofferd om die te bouwen.

Wat wil je nog bereiken voor Amersfoort?

De komende jaren wil ik me graag blijven inzetten voor een voortvarende aanpak van de woningnood, maar wel op een manier die ook goed is voor de stad. Dus niet als een kip zonder kop alles volbouwen, maar goed kijken naar wat en waar je bouwt. Dat moeten we vooral doen binnen de bestaande stad. We kunnen nog meer leegstaande kantoren en oude bedrijventerreinen transformeren, zoals in het Hoefkwartier en op de Isselt. Daar kunnen we mensen een aantrekkelijke woonplek bieden, dicht bij de binnenstad, zonder het groen om de stad heen kwijt te raken.  

Wat is jouw grootste droom als kandidaat voor GroenLinks?

Een autoluwe Stadsring! Het zou fantastisch zijn als dat lukt. Op de plek waar nu nog duizenden auto’s per dag langsrazen, zouden we dan het schitterende Zocherplantsoen, dat we ooit hebben opgeofferd voor de aanleg van de Stadsring, weer in ere kunnen herstellen. En misschien kan zelfs het water wel weer terugkomen in de gracht!

Hoe realistisch is die autoluwe stadsring?

De afgelopen raadsperiode heeft GroenLinks het voor elkaar gekregen om de binnenstad autoluw te maken. De volgende stap is het autoluw maken van de Stadsring, en dat kan zeker! De Stadsring is ooit bedoeld om de binnenstad beter bereikbaar te maken voor auto’s, maar is de afgelopen decennia uitgegroeid tot een drukke vierbaansweg met veel doorgaand verkeer, dat er eigenlijk niets te zoeken heeft. Dat verkeer zou prima om de stad heen geleid kunnen worden. Onderzoek dat we samen met D66, een groep betrokken burgers en verkeerskundigen van de gemeente hebben laten uitvoeren toont ook aan dat dat kan. Daarvoor is het wel belangrijk dat we de groei van het autoverkeer weten te beperken, door meer in te zetten op de fiets en OV. Voor een autoluwe Stadsring is lef en veel doorzettingsvermogen nodig, maar het is iets waar ik mij in een volgende raadsperiode graag voor in zou blijven zetten.